Einde inhoudsopgave
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
Artikel 20
Geldend
Geldend van 15-07-2021 tot 01-01-2026
- Bronpublicatie:
16-06-2021, Stb. 2021, 300 (uitgifte: 25-06-2021, kamerstukken: 35242)
- Inwerkingtreding
15-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2021, Stb. 2021, 335 (uitgifte: 14-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Staatsrecht / Grondrechten
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
De gegevens die, gelet op het doel waarvoor zij worden verwerkt, geen betekenis hebben of hun betekenis hebben verloren, worden verwijderd.
2.
Indien blijkt dat gegevens onjuist zijn of ten onrechte worden verwerkt, worden deze verbeterd onderscheidenlijk verwijderd. Onze betrokken Minister doet daarvan zo spoedig mogelijk mededeling aan hen wie hij de desbetreffende gegevens heeft verstrekt.
3.
De verwijderde gegevens worden vernietigd, tenzij wettelijke regels omtrent bewaring daaraan in de weg staan.
4.
Indien met betrekking tot de voor vernietiging in aanmerking komende gegevens een aanvraag tot kennisneming als bedoeld in artikel 76 of 80 is gedaan, wordt de vernietiging van de desbetreffende gegevens opgeschort tot ten minste het moment waarop het besluit op de aanvraag onherroepelijk is geworden. Voor zover de aanvraag om kennisneming is ingewilligd, worden de desbetreffende gegevens niet eerder vernietigd dan nadat de betrokkene van de desbetreffende gegevens overeenkomstig artikel 76, derde lid, onderscheidenlijk artikel 80, tweede lid, kennis heeft kunnen nemen.
5.
Indien de voor vernietiging in aanmerking komende gegevens van belang zijn:
- a.
in het kader van een aanhangige klacht of een aanhangig bezwaar,
- b.
in het kader van een procedure bij een rechter, dan wel indien beroep openstaat tegen een uitspraak die in een zodanige procedure is gedaan, wordt de vernietiging opgeschort tot ten minste het moment waarop de beslissing op de klacht of het bezwaar dan wel de rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden.