Einde inhoudsopgave
Tribunaalbesluit
Artikel 37
Geldend
Geldend vanaf 31-07-1947
- Bronpublicatie:
27-06-1947, Stb. 1947, H 206 (uitgifte: 01-01-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-07-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-1947, Stb. 1947, H 206 (uitgifte: 01-01-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Indien tegen den beschuldigde ernstige bezwaren blijken te bestaan en diens vrijheidsbeneming in het belang van het onderzoek of van de openbare orde of veiligheid dan wel wegens gevaar voor vlucht geboden blijkt te zijn, geeft het Tribunaal aan den procureur-fiscaal bij het Bijzondere Gerechtshof schriftelijk of mondeling kennis, dat de beschuldigde in bewaring dient te worden gesteld of gehouden. De kennisgeving is met redenen omkleed en wordt, indien zij mondeling is gedaan, ten spoedigste schriftelijk bevestigd.
2.
In spoedeischende gevallen kan de kennisgeving, in het voorgaande lid bedoeld, ook door den commissaris worden gedaan, onder gehoudenheid om daarvan aan het Tribunaal onverwijld mondeling of schriftelijk mededeeling te doen.
3.
De procureur-fiscaal geeft een met redenen omkleede beschikking en doet hiervan schriftelijk mededeeling aan het Tribunaal en aan den beschuldigde.