Einde inhoudsopgave
Besluit herinvesteringsreserve (HIR) (verzamelbesluit) 2022
7.2 Nabetaling en HIR
Geldend
Geldend vanaf 19-07-2022
- Bronpublicatie:
13-07-2022, Stcrt. 2022, 19071 (uitgifte: 18-07-2022, regelingnummer: 2022-4487)
- Inwerkingtreding
19-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2022, Stcrt. 2022, 19071 (uitgifte: 18-07-2022, regelingnummer: 2022-4487)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Resultaat uit overige werkzaamheden
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Inkomstenbelasting / Winst
De HIR kan worden gevormd met het oog op herinvestering in bedrijfsmiddelen in het jaar van de vervreemding of in de daarop volgende drie jaren (artikel 3.54, eerste lid). Dit is iets minder ruim dan onder het regime van de vervangingsreserve. Daar gold niet de eis van vervanging binnen (toen) vier jaren volgend op het jaar van vervreemding. Dit kan verschil uitmaken bij een nabetaling.
Zo komt het voor dat grond wordt verkocht aan een projectontwikkelaar en dat daarbij wordt overeengekomen dat de koopsom, die bestaat uit een bepaald bedrag per m2, aanzienlijk wordt verhoogd als de grond binnen een bepaald aantal jaren een bouwbestemming krijgt. Het is dan mogelijk dat die verhoging van de koopprijs pas meer dan drie jaren na het jaar van vervreemding tot winstneming leidt.
In een dergelijk geval is het jaar van winstrealisatie niet hetzelfde als het jaar van vervreemding. Het kan dan voorkomen dat de herinvestering wel plaatsvindt binnen drie jaren na het jaar van winstrealisatie, maar niet binnen drie jaren na het jaar van vervreemding. Een HIR kan dan niet worden gevormd.
Goedkeuring
De wetgever heeft op dit punt geen materiële wijziging beoogd ten opzichte van de regeling van de vervangingsreserve. Om die reden keur ik goed dat voor de toepassing van artikel 3.54, eerste lid, de zinsnede ‘jaar van vervreemding’ wordt opgevat als ‘jaar van winstrealisatie, mits een gevolg van vervreemding’.
Als in een eerder jaar wordt geherinvesteerd dan het jaar waarin de boekwinst wordt gerealiseerd, kan de afboeking van de HIR op die investering pas aan de orde komen in het jaar waarin de boekwinst tot uitdrukking wordt gebracht en die HIR wordt gevormd.
Het is ook mogelijk dat het verkregen recht op een hogere koopprijs binnen goed koopmansgebruik is geactiveerd (HR 6 december 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8866, en HR 1 oktober 2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3100). Dan kan een later tot uitdrukking komende winst op het geactiveerde vorderingsrecht niet worden gereserveerd door middel van een HIR, omdat in zoverre geen sprake is van winst ter zake van de vervreemding van een bedrijfsmiddel.