Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/17/EU kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen
Artikel 22 Normen voor adviesverlening
Geldend
Geldend vanaf 20-03-2014
- Bronpublicatie:
04-02-2014, PbEU 2014, L 60 (uitgifte: 28-02-2014, regelingnummer: 2014/17/EU)
- Inwerkingtreding
20-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-2014, PbEU 2014, L 60 (uitgifte: 28-02-2014, regelingnummer: 2014/17/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de kredietgever, de kredietbemiddelaar of de aangestelde vertegenwoordiger de consument bij een gegeven transactie uitdrukkelijk ervan in kennis stelt of er al dan niet advies aan de consument wordt of kan worden verleend.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de kredietgever, de kredietbemiddelaar of de aangestelde vertegenwoordiger de consument vóór de adviesverlening of, in voorkomend geval, vóór het sluiten van een overeenkomst betreffende adviesverlening, op papier of op een andere duurzame drager de volgende informatie verstrekt:
- a)
of bij de aanbeveling uitsluitend zal worden uitgegaan van hun eigen productassortiment overeenkomstig lid 3, onder b), dan wel van een breed scala van alle op de markt beschikbare producten overeenkomstig lid 3, onder c), zodat de consument zich er rekenschap van kan geven op welke basis de aanbeveling wordt gedaan;
- b)
in voorkomend geval, welke vergoeding de consument voor de adviesdiensten verschuldigd is of, indien het bedrag op het tijdstip van bekendmaking niet kan worden vastgesteld, welke methode voor de berekening daarvan wordt gebruikt.
De informatie als bedoeld onder a) en b) van de eerste alinea kan in de vorm van aanvullende precontractuele informatie aan de consument worden verstrekt.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat, in geval van verstrekking van adviesdiensten aan consumenten, niet alleen wordt voldaan aan het bepaalde in de artikelen 7 en 9, maar dat ook:
- a)
kredietgevers, de kredietbemiddelaars en de aangestelde vertegenwoordigers de nodige informatie betreffende de persoonlijke en financiële situatie, de voorkeuren en doelstellingen van de consument ontvangen om geschikte kredietovereenkomsten te kunnen aanbevelen. Bij de aanbeveling wordt uitgegaan van actuele informatie en wordt rekening gehouden met redelijke veronderstellingen betreffende de risico's die gedurende de looptijd van de voorgestelde kredietovereenkomst zijn verbonden aan de situatie van de consument;
- b)
de kredietgever, de verbonden kredietbemiddelaar en de door de verbonden kredietbemiddelaar aangestelde vertegenwoordiger voor een voldoende groot aantal kredietovereenkomsten in hun productassortiment zorgen, en een of meer met het oog op de behoeften, de financiële situatie en de persoonlijke omstandigheden van de consument geschikte kredietovereenkomsten uit hun productassortiment aanbevelen;
- c)
de niet-verbonden kredietbemiddelaar en de door de niet-verbonden kredietbemiddelaar aangestelde vertegenwoordiger voor voldoende op de markt beschikbare kredietovereenkomsten in hun productenassortiment zorgen, en een of meer met het oog op de behoeften, de financiële situatie en de persoonlijke omstandigheden van de consument geschikte, op de markt beschikbare kredietovereenkomsten aanbevelen;
- d)
de kredietgever, de kredietbemiddelaars en de aangestelde vertegenwoordiger geheel in het belang van de consument handelen door:
- i)
zich op de hoogte te stellen van de behoeften en de omstandigheden van de consument, en
- ii)
overeenkomstig de punten a), b), en c), geschikte kredietovereenkomsten aan te bevelen; en
- e)
kredietgevers, de kredietbemiddelaars of de aangestelde vertegenwoordiger geeft de consument op papier of op een andere duurzame drager vastgelegd, afschrift van het verstrekte advies;
4.
De lidstaten kunnen het gebruik van de termen ‘advies’ en ‘adviseur’ of vergelijkbare termen verbieden indien adviesdiensten aan consumenten worden verstrekt door kredietgevers, verbonden kredietbemiddelaars of aangestelde vertegenwoordigers van verbonden kredietbemiddelaars.
Lidstaten die het gebruik van de termen ‘adviseur’ en ‘advies’ niet verbieden, leggen de volgende voorwaarden op aan het gebruik van de term ‘onafhankelijk advies’ en ‘onafhankelijk adviseur’ door kredietgevers, kredietbemiddelaars en aangestelde vertegenwoordigers die adviesdiensten verstrekken:
- a)
kredietgevers, kredietbemiddelaars of aangestelde vertegenwoordigers nemen een voldoende groot aantal op de markt verkrijgbare kredietovereenkomsten in overweging, en
- b)
kredietgevers, kredietbemiddelaars of aangestelde vertegenwoordigers ontvangen voor deze adviesdiensten geen vergoeding van een of meer kredietgevers.
Punt b) van de tweede alinea is enkel van toepassing indien het aantal in aanmerking genomen kredietgevers kleiner is dan de meerderheid op de markt.
De lidstaten kunnen met betrekking tot het gebruik van de termen ‘onafhankelijk advies’ en ‘onafhankelijk adviseur’ door de kredietgever, de kredietbemiddelaar en de aangestelde vertegenwoordiger strengere voorwaarden opleggen, en met name verbieden dat zij een vergoeding ontvangen van een kredietgever.
5.
De lidstaten kunnen voorschrijven dat de kredietgever, de kredietbemiddelaar en de aangestelde vertegenwoordiger de consument moeten waarschuwen wanneer, gelet op diens financiële situatie, een kredietovereenkomst een bepaald risico voor de consument kan inhouden.
6.
De lidstaten zorgen ervoor dat adviesdiensten uitsluitend door de kredietgever, de kredietbemiddelaar of de aangestelde vertegenwoordiger worden verstrekt.
De lidstaten kunnen beslissen om de eerste alinea niet toe te passen op personen die:
- a)
de in artikel 4, punt 5, vermelde kredietbemiddelingsactiviteiten of adviesdiensten incidenteel verrichten in het kader van een beroepswerkzaamheid die is onderworpen aan wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften, of aan een beroepscode waarvan het verrichten van deze activiteiten of deze dienstverlening niet is uitgesloten;
- b)
als functionaris belast met insolventiezaken, in het kader van het beheer van bestaande schuld adviesdiensten verstrekken, wier activiteit voorts is onderworpen aan wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften of bestaat in publieke of vrijwillige schuldadviesverstrekking, en die niet op commerciële basis opereren; of
- c)
adviesdiensten verstrekken en geen kredietgever, kredietbemiddelaar of aangestelde vertegenwoordiger zijn, en voorts overeenkomstig de voorschriften voor kredietbemiddelaars in het kader van deze richtlijn zijn onderworpen aan toelating en toezicht door de bevoegde autoriteiten.
Personen aan wie de in de tweede alinea bepaalde uitzondering ten goede komt, kunnen geen aanspraak maken op het in artikel 32, lid 1, bedoelde recht van dienstverstrekking voor het gehele grondgebied van de Unie.
7.
Het bepaalde in artikel 16 en de bevoegdheid van de lidstaten om ervoor te zorgen dat de consument diensten worden verleend die hem helpen in te zien wat zijn financiële behoeften zijn en met welke soorten producten wellicht daarin kan worden voorzien, wordt door dit artikel onverlet gelaten.