Einde inhoudsopgave
Scheepvaartverkeerswet
Artikel 36
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Redactionele toelichting
In werking getreden voor de zeehavengebieden Delfzijl-Eemshaven, Den Helder-Harlingen-Terschelling, Amsterdam-IJmond, Rotterdam-Rijnmond-Zuid-Holland-achterland en Scheveningen.
- Bronpublicatie:
05-02-2020, Stb. 2020, 79 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35248)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2020, Stb. 2020, 378 (uitgifte: 14-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de artikelen 10, eerste en vierde lid, 15c, eerste lid, en 17 alsmede de krachtens de artikelen 4, 11, eerste en tweede lid en 12 gestelde regels die in die maatregel zijn aangegeven, niet of slechts met beperkingen van toepassing zijn op Nederlandse of daarmee in die maatregel gelijk te stellen oorlogsschepen, die zich bevinden in de territoriale zee of daarop aansluitende Nederlandse scheepvaartwegen die in die maatregel zijn aangewezen.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat artikel 15, eerste en tweede lid, niet of slechts met beperkingen van toepassing is op andere dan Nederlandse oorlogsschepen, indien dit met de vlaggestaat van de betreffende schepen is overeengekomen.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kan het scheepvaartverkeer de toegang tot scheepvaartwegen die uitsluitend zijn bestemd tot gebruik door Nederlandse oorlogsschepen dan wel door andere Nederlandse schepen of andere vaartuigen, welke in gebruik zijn voor de uitvoering van de militaire taak, worden verboden of slechts in beperkte mate toegestaan.
3.
Overtreding van de in het tweede lid bedoelde regels wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
4.
Het in het derde lid strafbaar gestelde feit is een overtreding.