Einde inhoudsopgave
Warenwet
Artikel 7a
Geldend
Geldend vanaf 17-11-2018
- Redactionele toelichting
Het kamerstuknummer is gepubliceerd als 34929.
- Bronpublicatie:
03-10-2018, Stb. 2018, 356 (uitgifte: 23-10-2018, kamerstukken: 34923)
- Inwerkingtreding
17-11-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-11-2018, Stb. 2018, 416 (uitgifte: 16-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Justitie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1.
Onze Minister kan op aanvraag een of meerdere instellingen aanwijzen, die bevoegd zijn tot het uitvoeren van door hem aan te wijzen werkzaamheden ingevolge bij of krachtens deze wet voorgeschreven keurings- of beoordelingsprocedures.
2.
Een aangewezen instelling is bevoegd om met inachtneming van de door Onze Minister gegeven aanwijzingen, onderdelen van de door haar te verrichten werkzaamheden door anderen te doen verrichten.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de gronden waarop de in het eerste lid bedoelde aanwijzing kan worden gegeven, geschorst, ingetrokken dan wel gewijzigd.
4.
Aan een aanwijzing krachtens het eerste lid kunnen voorschriften worden verbonden.
5.
Onze Minister kan voor de uitvoering van de in het eerste en tweede lid bedoelde werkzaamheden maximumtarieven vaststellen.
6.
Op de ingevolge het eerste lid aangewezen instellingen is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen niet van toepassing, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald.