Aanbeveling 2005/698/EG inzake scheiding van boekhoudingen en kostenberekeningssystemen onder het regelgevingskader voor elektronische communicatie
Tekst
Geldend
Geldend vanaf 19-09-2005
- Bronpublicatie:
19-09-2005, PbEU 2005, L 266 (uitgifte: 11-10-2005, regelingnummer: 2005/698/EG)
- Inwerkingtreding
19-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2005, PbEU 2005, L 266 (uitgifte: 11-10-2005, regelingnummer: 2005/698/EG)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
1)
Deze aanbeveling betreft de invoering van systemen voor kostenberekening en scheiding van boekhoudingen door exploitanten die door de nationale regelgevingsinstanties zijn aangemeld als exploitanten met aanmerkelijke marktmacht op basis van een marktanalyse die in overeenstemming met artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG is gemaakt. Exploitanten waaraan dergelijke verplichtingen zijn opgelegd, worden hierna ‘aangemelde exploitanten’ genoemd.
De bedoeling van een verplichting tot invoering van een kostenberekeningssysteem is ervoor te zorgen dat aangemelde exploitanten eerlijke, objectieve en transparante criteria aanleggen bij de toewijzing van de kosten aan diensten in situaties waarin zij verplicht zijn prijsmaatregelen toe te passen of kostengeoriënteerde prijzen vast te stellen.
De bedoeling van een verplichting tot scheiding van boekhoudingen is te zorgen voor een hogere mate van detaillering van de informatie dan kan worden afgeleid uit de wettelijk voorgeschreven boekhouding van de aangemelde exploitant, teneinde de prestaties van bepaalde bedrijfsonderdelen van de aangemelde exploitant zo nauwkeurig mogelijk weer te geven, als hadden zij als zelfstandige ondernemingen geopereerd en, in het geval van verticaal geïntegreerde ondernemingen, om discriminatie ten gunste van hun eigen activiteiten en oneerlijke kruissubsidiëring te voorkomen.
2)
Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties van de aangemelde exploitanten verlangen dat zij hun exploitatiekosten, geïnvesteerde kapitaal en inkomsten zo ver uitsplitsen dat aan de beginselen van evenredigheid en transparantie en aan de wettelijke doelstellingen van het nationale en Gemeenschapsrecht wordt voldaan.
Aanbevolen wordt de toewijzing van kosten, geïnvesteerd kapitaal en inkomsten te laten plaatsvinden overeenkomstig het beginsel van kostenveroorzaking (bijvoorbeeld met ‘activity-based costing’).
Met de systemen voor kostenberekening en scheiding van boekhoudingen van de aangemelde exploitanten dient het mogelijk te zijn de financiële gegevens te rapporteren waaruit blijkt dat volledig aan de wettelijke verplichtingen wordt voldaan. Aanbevolen wordt deze mogelijkheid te toetsen aan de kwalitatieve criteria relevantie, betrouwbaarheid, vergelijkbaarheid en materialiteit.
Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties zich overtuigen van de deugdelijkheid en doeltreffendheid van de systemen voor kostenberekening en scheiding van boekhoudingen, en dat het publiek over dergelijke systemen kan worden geraadpleegd.
3)
Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties bij het beoordelen van de kenmerken en specificaties van de kostenberekeningssystemen nagaan of de kostenberekeningssystemen van de aangemelde exploitant in staat zijn om de kosteninformatie zodanig te analyseren en presenteren dat aan de doelstellingen van de regelgeving wordt voldaan. In het bijzonder dienen de kostenberekeningssystemen van de aangemelde exploitanten onderscheid te maken tussen directe (1) en indirecte kosten (2).
Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties na een besluit over een op huidige kosten gebaseerd kostenberekeningssysteem duidelijke termijnen en een referentiejaar vaststellen voor nieuwe, op huidige kosten gebaseerde kostenberekeningssystemen van hun aangemelde exploitanten.
De waardering van netwerkactiva op basis van de prospectieve of huidige waarde van een efficiënte exploitant, dat wil zeggen, het ramen van de kosten die door gelijkwaardige exploitanten zouden moeten worden gemaakt als er sterke concurrentie op de markt zou heersen, is een cruciaal element van de methodiek van kostenberekening op basis van huidige kosten (CCA). Dit betekent dat de in de exploitatiekosten opgenomen afschrijvingskosten op basis van de huidige waarde van moderne, equivalente activa moeten worden berekend. Derhalve dient ook de verslaglegging over het geïnvesteerde kapitaal op basis van huidige kosten te geschieden. Andere kostenaanpassingen kunnen noodzakelijk zijn om uitdrukking te geven aan de huidige aanschafkosten van een goed en de grondslag voor de exploitatiekosten ervan. De waardering van de netwerkactiva op de prospectieve of huidige waarde kan waar nodig worden aangevuld door een kostenberekeningsmethodiek zoals LRIC (long run incremental costs = gemiddelde incrementele kosten op de lange termijn) toe te passen.
Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties voldoende rekening houden met prijs- en concurrentievraagstukken die aan de orde kunnen komen bij de toepassing van CCA, bijvoorbeeld bij de ontbundeling van het aansluitnet.
Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties voldoende rekening houden met verdere aanpassingen in de financiële gegevens over efficiencyfactoren, met name bij het gebruik van kostengegevens voor het motiveren van tariefbesluiten, aangezien ook het gebruik van kostenberekeningssystemen (zelfs CCA) niet altijd volledige duidelijkheid verschaft over de gemaakte of relevante kosten bij efficiënte exploitatie (3). Over efficiencyfactoren kan duidelijkheid worden verkregen door analyses te maken van andere netwerktopologieën of -architecturen, afschrijvingsmethoden en toegepaste of geplande netwerktechnologieën.
4)
Aanbevolen wordt dat de aangemelde exploitanten waaraan een verplichting tot scheiding van boekhoudingen is opgelegd, een winst-en-verliesrekening indienen en opgave doen van het geïnvesteerde kapitaal voor elke entiteit (op basis van de relevante marken en diensten) waarvoor zij verslag dienen te leggen. Van interne verrekeningen voor aankopen tussen markten en diensten moet duidelijk en voldoende gedetailleerd opgave worden gedaan zodat blijkt dat het non-discriminatiebeginsel wordt nageleefd. Op grond van deze verplichting om gescheiden boekhoudingen te presenteren, is het soms noodzakelijk tevens informatie op te stellen en te onthullen voor markten waarop een exploitant niet over AMM beschikt.
Omwille van de consistentie en de integriteit van de gegevens verdient het aanbeveling om de financiële verslagen van de door het regelgevingskader voorgeschreven rekeningen te consolideren tot een winst-en-verliesrekening en een verklaring omtrent het geïnvesteerde kapitaal voor de onderneming als geheel. Tevens dienen de door het regelgevingskader voorgeschreven gescheiden boekhoudingen in overeenstemming te worden gebracht met de wettelijk voorgeschreven boekhoudingen van de exploitant. Zij dienen aan een onafhankelijke accountantscontrole of een controle door een nationale regelgevingsinstantie te worden onderworpen (mits deze beschikt over daartoe gekwalificeerd personeel).
5)
Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties relevante boekhoudkundige informatie van aangemelde exploitanten in voldoende detail ter beschikking stellen van belanghebbende partijen. De verstrekte informatie moet dermate gedetailleerd zijn dat kan worden vastgesteld of er geen ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt tussen intern en extern geleverde diensten en dat de gemiddelde kosten van de diensten kunnen worden bepaald, evenals de methodes waarmee deze zijn berekend. Bij het verstrekken van informatie met het oog hierop dienen de nationale regelgevingsinstanties op passende wijze rekening te houden met de vertrouwelijkheid van commerciële gegevens.
In dit verband zal de publicatie door de aangemelde exploitant van voldoende gedetailleerde kostenstaten waaruit bijvoorbeeld de gemiddelde kosten van netwerkcomponenten blijken, bijdragen tot de transparantie en tot het vertrouwen van de concurrenten dat er geen concurrentievervalsende kruissubsidiëring plaatsvindt. Dit wordt met name voor ‘wholesale’-diensten belangrijk geacht. Toepassingsrichtsnoeren voor de verslaglegging en de publicatie van informatie zijn in de bijlage opgenomen.
6)
Bepaalde ondernemingen kunnen overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2002/22/EG worden aangewezen als aanbieders van de universele dienst en overeenkomstig het bepaalde van artikel 17 van Richtlijn 2002/22/EG worden onderworpen aan regulering van eindgebruikerstarieven. Voor die lidstaten die een financieringsregeling voor de universeledienstverplichtingen hebben ingevoerd, verdient het aanbeveling eventuele bijdragen die een aangemelde onderneming in het kader van een compensatiemechanisme ontvangt, in de systemen voor scheiding van boekhoudingen te vermelden.
7)
Deze boekhoudkundige richtsnoeren hebben betrekking op de verslaglegging uit hoofde van het regelgevingskader en zijn niet bedoeld ter vervanging van een eventuele door de lidstaten verplicht gestelde financiële verslaglegging.
8)
Deze aanbeveling wordt uiterlijk drie jaar na de datum van toepassing herzien.
9)
Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.
Voetnoten
Directe kosten zijn kosten die volledig en ondubbelzinnig voor bepaalde activiteiten worden gemaakt.
Indirecte kosten zijn kosten die op basis van een eerlijke en objectieve verdeelsleutel moeten worden omgeslagen.
Soms zijn bepaalde activa overbodig of is de netwerkarchitectuur suboptimaal. De invoering van een economisch/technisch bottom-up-model helpt bij het verschaffen van informatie over de kosten ten gevolge van inefficiënte bedrijfsvoering of over nodeloze uitgaven die niet mogen worden meegerekend.