Aanbeveling 2005/698/EG inzake scheiding van boekhoudingen en kostenberekeningssystemen onder het regelgevingskader voor elektronische communicatie
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 19-09-2005
- Bronpublicatie:
19-09-2005, PbEU 2005, L 266 (uitgifte: 11-10-2005, regelingnummer: 2005/698/EG)
- Inwerkingtreding
19-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2005, PbEU 2005, L 266 (uitgifte: 11-10-2005, regelingnummer: 2005/698/EG)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
(Voor de EER relevante tekst)
Aanbeveling van de Commissie van 19 september 2005 inzake scheiding van boekhoudingen en kostenberekeningssystemen onder het regelgevingskader voor elektronische communicatie
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) (1), en met name op artikel 19, lid 1,
Na raadpleging van het Comité voor communicatie,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Het is noodzakelijk geschikte kostenberekeningsmechanismen in te voeren op grond van enkele essentiële bepalingen van het regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, te weten de artikelen 9, 11 en 13 en artikel 6, lid 1, in samenhang met bijlage I van Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn) (2), artikel 17, artikel 18, lid 1, en bijlage VII, punt 2, van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn) (3), alsmede artikel 13 van Richtlijn 2002/21/EG.
- (2)
Exploitanten die blijkens een overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG gemaakte marktanalyse over aanmerkelijke marktmacht (hierna ‘AMM’ genoemd) op een relevante markt beschikken (hierna ‘aangemelde exploitanten’ genoemd), kunnen onder meer verplichtingen worden opgelegd inzake het voeren van gescheiden boekhoudingen en/of de invoering van een kostenberekeningssysteem. Het doel van zulke verplichtingen is transacties tussen exploitanten transparanter te maken en/of de werkelijke kosten van geleverde diensten te bepalen. Bovendien kan de verplichting tot scheiding van boekhoudingen en invoering van kostenberekeningssystemen door de nationale regelgevingsinstanties worden gebruikt als aanvulling op andere verplichtingen (bv. inzake transparantie, non-discriminatie en kostenoriëntatie) die uit hoofde van het regelgevingskader aan aangemelde exploitanten zijn opgelegd.
- (3)
Deze aanbeveling is een herziening van Aanbeveling 98/322/EG van de Commissie van 8 april 1998 inzake interconnectie in een geliberaliseerde telecommunicatiemarkt (Deel 2 — Scheiding van boekhoudingen en kostenberekeningen) (4) naar aanleiding van de toepassing van het regelgevingskader voor elektronische communicatie (per 25 juli 2003). Deze herziening is noodzakelijk omdat met het regelgevingskader van 2002 enkele belangrijke wijzigingen in het regelgevingspakket van 1998 zijn aangebracht, zoals een verruiming van het toepassingsgebied van het regelgevingskader, een andere aanpak bij het opleggen van ex-ante-verplichtingen, een afwijkend toepassingsgebied van de specifieke voorschriften inzake kostenberekening en scheiding van boekhoudingen, en de introductie van het beginsel van technologische neutraliteit.
- (4)
De algemene doelstellingen van deze aanbeveling zijn het bevorderen van de toepassing van uniforme kostenberekeningsprincipes en methodes op EU-niveau, rekening houdende met de ervaring die de nationale regelgevingsinstanties met kostenberekening en scheiding van boekhoudingen hebben opgedaan, alsmede het transparanter maken van de boekhoudsystemen, de methodieken, de verzamelde gegevens en het audit- en verslagleggingsproces ten behoeve van alle betrokken partijen.
- (5)
Een exploitant kan zowel actief zijn op markten waarop hij als exploitant met aanmerkelijke marktmacht wordt beschouwd, als op concurrerende markten waarvoor hij niet als zodanig wordt aangewezen. Om zich van haar regelgevingstaken te kunnen kwijten, heeft een nationale regelgevingsinstantie soms informatie nodig over markten waarop een exploitant niet over AMM beschikt. Wanneer een aangemelde exploitant met AMM op één of meer markten een verplichting tot scheiding van boekhoudingen wordt opgelegd, kan deze verplichting zich ook uitstrekken tot markten waarop deze exploitant geen AMM heeft, bijvoorbeeld om de samenhang van de gegevens te waarborgen.
- (6)
Indien een bepaalde methodiek voor kostenberekening of scheiding van boekhoudingen wordt voorgeschreven als uitgangspunt voor besluiten over prijsmaatregelen, dient deze zo te worden gespecificeerd dat zij efficiënte investeringen aanmoedigt en mogelijke concurrentievervalsende gedragingen blootlegt, in het bijzonder prijsklemmen, terwijl zij bovendien in overeenstemming met de in artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG genoemde beleidsdoelstellingen van de nationale regelgevingsinstanties dient te zijn.
- (7)
Als een nieuwe of herziene kostenberekeningsmethodiek wordt ingevoerd, betekent dit mogelijk dat de huidige niveaus van gereguleerde vergoedingen en/of prijsmechanismen op een of andere manier niet voldoen of niet op elkaar zijn afgestemd. Mocht een nationale regelgevingsinstantie van mening zijn dat corrigerend optreden noodzakelijk is, dient zij hierbij voldoende rekening te houden met het commerciële en economische klimaat teneinde het risico en de onzekerheid op de relevante markten zoveel mogelijk te beperken. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een geleidelijke prijsaanpassing over een redelijke termijn.
- (8)
Bij de invoering van een boekhoudsysteem waarbij een prospectieve aanpak wordt gebruikt (zoals de gemiddelde incrementele kosten op lange termijn) die niet op historische kosten maar op de huidige kosten is gebaseerd, d.w.z. waarin de activa worden geherwaardeerd aan de hand van de kosten bij gebruik van een gelijkwaardige moderne infrastructuur die op de meest efficiënte beschikbare technologie is gebaseerd, kan het noodzakelijk zijn dat de nationale regelgevingsinstanties de parameters van de kostenberekeningsmethodiek aanpassen teneinde deze doelstellingen te bereiken. Waar toepasselijk, dient een gecoördineerd gebruik van top-down- en bottom-up-benaderingen te worden overwogen. Kostenberekeningssystemen moeten worden gebaseerd op het beginsel van kostenveroorzaking, zoals bij ‘activity-based costing’.
- (9)
Wanneer op netwerkinfrastructuur, bijvoorbeeld op de abonneelijn, waarvoor op middellange termijn niet zo goed een alternatief is te vinden, kostenrekening op basis van huidige kosten (current cost accounting, hierna ‘CCA’ genoemd) wordt toegepast, zijn voor een consequente toepassing van kostenberekeningsmethodieken parameters nodig (zoals de kapitaalskosten, afschrijvingsprofielen, winstmarges, tijdafhankelijke componenten) die door de nationale regelgevingsinstanties dienovereenkomstig moeten worden aangepast.
- (10)
Wanneer de invoering van een kostenberekeningssysteem overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2002/19/EG verplicht is, dienen de regels voor de toewijzing van de kosten dermate gedetailleerd te zijn dat het verband tussen de kosten en de vergoedingen voor netwerkcomponenten en -diensten duidelijk wordt; bovendien dient te worden vermeld op welke basis de direct en de indirect toewijsbare kosten worden omgeslagen over de verschillende boekhoudingen.
- (11)
Deze aanbeveling dient als leidraad voor de invoering van kostenberekening en scheiding van de boekhoudingen op basis van het nieuwe regelgevingskader van 2002. Aanbeveling 98/322/EG bevatte aanwijzingen over de toepassing van kostenberekening en scheiding van boekhoudingen op grond van het regelgevingskader van 1998. De aanbeveling van 1998 blijft van toepassing in situaties waarin de lidstaten de herziening van de bestaande verplichtingen betreffende kostenberekening en scheiding van boekhoudingen nog niet hebben voltooid overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG.
- (12)
Wanneer de lidstaten een compensatieregeling met financiële overdrachten hebben ingevoerd, dienen deze overdrachten op grond van bijlage IV, deel B, van Richtlijn 2002/22/EG op objectieve, transparante, niet-discriminerende en evenredige wijze plaats te vinden. Teneinde hieraan te voldoen, dient in de systemen voor scheiding van boekhoudingen op passende wijze melding te worden gemaakt van eventuele compensaties in ruil voor de verplichte levering van universele diensten.
- (13)
Wat de financiering van de universeledienstverplichtingen betreft, laat de aanbeveling in de Commissie Richtlijn 80/723/EEG van de Commissie van 25 juni 1980 betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven en de financiële doorzichtigheid binnen bepaalde ondernemingen (5) onverlet.
- (14)
Door de beginselen van deze aanbeveling te volgen, worden de lidstaten en bedrijven niet ontslagen van de verplichting om volledig aan de mededingingsregels van de Gemeenschap te voldoen.
- (15)
Aanbeveling 2002/590/EG van de Commissie van 16 mei 2002 — Onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant in de EU: basisbeginselen (6) biedt een solide raamwerk waaraan de onafhankelijkheid van de accountant indien nodig kan worden getoetst.
- (16)
De Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (7) heeft een advies uitgebracht over de herziening van de aanbeveling van de Commissie inzake scheiding van boekhoudingen en kostenberekeningssystemen van 1998, waarin een gedetailleerde bijlage over bepaalde aspecten van kostenberekening en scheiding van boekhoudingen is opgenomen,
DOET DE VOLGENDE AANBEVELING:
Voetnoten
PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33.
PB L 108 van 24.4.2002, blz. 7.
PB L 108 van 24.4.2002, blz. 51.
PB L 141 van 13.5.1998, blz. 6.
PB L 195 van 29.7.1980, blz. 35. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/52/EG (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 75).
PB L 191 van 19.7.2002, blz. 22.
De Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten is opgericht bij Besluit 2002/627/EG van de Commissie (PB L 200 van 30.7.2002, blz. 38), gewijzigd bij Besluit 2004/641/EG (PB L 293 van 16.9.2004, blz. 30).