Einde inhoudsopgave
Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames
Artikel 19 [Beoordelingsfactoren risico voor nationale veiligheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
18-05-2022, Stb. 2022, 215 (uitgifte: 10-06-2022, kamerstukken: 35880)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-05-2023, Stb. 2023, 174 (uitgifte: 31-05-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Bij de beoordeling van Onze Minister of een verwervingsactiviteit kan leiden tot een risico voor de nationale veiligheid wordt rekening gehouden met de volgende factoren, in onderlinge samenhang bezien:
- a.
de eigendomsstructuur en -verhoudingen van een verwerver zijn onvoldoende transparant;
- b.
een verwerver is, of staat onder invloed van, een natuurlijke persoon, rechtspersoon of een niet-statelijke entiteit die onderworpen is aan beperkende maatregelen krachtens:
- 1°
hoofdstuk 7 van het Handvest van de Verenigde Naties;
- 2°
artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
- 3°
de Sanctiewet 1977;
- c.
de veiligheidssituatie in het land waarvan een verwerver ingezetene is, in het land waarin het hoofdbestuur van een verwerver gevestigd is of in de landen van de omliggende regio is onzeker of slecht doordat de stabiliteit van dat land of van de landen in die regio onder grote druk staat of ernstig is aangetast als gevolg van ongewenste buitenlandse inmenging of ondermijning of dreiging daarvan, militaire dreigingen, cyberdreigingen, terroristische dreigingen, dreigingen door gewapende niet-statelijke actoren of toenemende proliferatie van massavernietigingswapens of risico daarop binnen de regio, dan wel als gevolg van intern gewapende conflicten of het uitroepen van de staat van beleg of de noodtoestand wegens een poging tot omverwerping van de internationaal erkende regering;
- d.
de verwerver heeft een misdrijf begaan dat overeenkomt met een voor de toepassing van dit onderdeel bij ministeriële regeling aangewezen misdrijf, of staat onder invloed van een persoon of rechtspersoon die een dergelijk misdrijf heeft begaan;
- e.
een verwerver heeft niet of onvoldoende meegewerkt aan het onderzoek naar de factoren onder a tot en met d en, voor zover van toepassing, de factoren genoemd in de artikelen 20 en 21;
- f.
indien de beoordeling betrekking heeft op een melding op grond van artikel 17, tweede lid: de aard van de onjuist aangeleverde informatie en het motief voor het fout aanleveren van die informatie.
2.
Met een misdrijf als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, wordt gelijkgesteld een strafbaar feit naar buitenlands recht, dat naar het oordeel van Onze Minister gelijksoortig is aan een bij ministeriële regeling aangewezen misdrijf naar Nederlands recht.