Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 3.203 (algemene regels)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
19-06-2023, Stb. 2023, 215 (uitgifte: 22-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
07-12-2020, Stb. 2020, 532 (uitgifte: 22-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Bij het verrichten van de activiteiten, bedoeld in artikel 3.200, en lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam die daarbij worden verricht, wordt voldaan aan de regels over:
- a.
het kleinschalig tanken, bedoeld in paragraaf 4.39;
- b.
het grootschalig tanken, bedoeld in paragraaf 4.40;
- c.
het bereiden van drinkwater voor landbouwhuisdieren, bedoeld in paragraaf 4.81;
- d.
dierenverblijven, bedoeld in paragraaf 4.82;
- e.
het opslaan van vaste mest, champost of dikke fractie, bedoeld in paragraaf 4.83;
- f.
het opslaan van kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen, bedoeld in paragraaf 4.84;
- g.
het opslaan van drijfmest, digestaat of dunne fractie in een mestbassin, bedoeld in paragraaf 4.86;
- h.
het composteren en opslaan van groenafval, bedoeld in paragraaf 4.89;
- i.
het reinigen van voertuigen of werktuigen voor agrarische activiteiten, bedoeld in paragraaf 4.90; en
- j.
het vullen van gasflessen met propaan of butaan, bedoeld in paragraaf 4.101.
2.
Ook wordt voldaan aan de regels over:
- a.
het eindonderzoek bodem, bedoeld in paragraaf 5.2.1, voor zover het gaat om het exploiteren van een ippc-installatie;
- b.
PRTR, bedoeld in paragraaf 5.3.1, voor zover het gaat om het exploiteren van een PRTR-installatie voor het houden van pluimvee of varkens als bedoeld in categorie 6.6 van bijlage I bij de richtlijn industriële emissies; en
- c.
verduurzaming van het energiegebruik, bedoeld in paragraaf 5.4.1.