Einde inhoudsopgave
Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012
Artikel 40
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
19-12-2018, Stb. 2018, 507 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken: 35027)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2018, Stb. 2018, 507 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken: 35027)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Vakgebied(en)
Invordering / Dwanginvordering
Invordering / Inlichtingenverplichting
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
In de gevallen waarin dat ter verzekering van de inning van schuldvorderingen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, noodzakelijk is, kan Onze Minister zich, behalve uit eigen beweging, ook op verzoek van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, een college van gedeputeerde staten, een college van burgemeester en wethouders of een dagelijks bestuur van een waterschap tot de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat wenden met een verzoek om inlichtingen, een verzoek om betekening, een verzoek tot invordering of een verzoek tot het nemen van conservatoire maatregelen.
2.
Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het college van gedeputeerde staten, het college van burgemeester en wethouders en het dagelijks bestuur van een waterschap verstrekken zodanige gegevens als nodig kunnen zijn voor een juiste toepassing van dit hoofdstuk en voorts alle andere inlichtingen die voor een verzoek om bijstand nuttig kunnen zijn.