Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 2074/2005 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004, tot afwijking van Verordening (EG) nr. 852/2004 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 11-01-2006
- Redactionele toelichting
De titel is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2016, L 195).
- Bronpublicatie:
05-12-2005, PbEU 2005, L 338 (uitgifte: 22-12-2005, regelingnummer: 2074/2005)
- Inwerkingtreding
11-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2005, PbEU 2005, L 338 (uitgifte: 22-12-2005, regelingnummer: 2074/2005)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, tot afwijking van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (1), en met name op artikel 13, lid 2,
Gelet op Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2), en met name op de artikelen 9, 10 en 11,
Gelet op Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (3), en met name op de artikelen 16, 17 en 18,
Gelet op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (4), en met name op artikel 63,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Verordening (EG) nr. 853/2004 stelt specifieke hygiënevoorschriften vast voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Voor vlees, levende tweekleppige weekdieren, visserijproducten, melk, eieren, kikkerbilletjes en slakken en door verwerking daarvan verkregen producten moeten bepaalde uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld.
- (2)
Verordening (EG) nr. 854/2004 stelt specifieke voorschriften vast voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong. Bepaalde voorschriften moeten nader worden uitgewerkt en er moeten verdere eisen worden vastgesteld.
- (3)
Verordening (EG) nr. 882/2004 stelt op communautair niveau een geharmoniseerd kader van algemene voorschriften voor de organisatie van officiële controles vast. Bepaalde voorschriften moeten nader worden uitgewerkt en er moeten verdere eisen worden vastgesteld.
- (4)
Bij Beschikking 20XX/…/EG van de Commissie (5) worden bepaalde beschikkingen ingetrokken die uitvoering gaven aan maatregelen uit hoofde van de richtlijnen die zijn ingetrokken bij Richtlijn 2004/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 houdende intrekking van bepaalde richtlijnen inzake levensmiddelenhygiëne en tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG en 92/118/EEG van de Raad en van Beschikking 95/408/EG van de Raad (6). Daarom moeten bepaalde delen van de desbetreffende beschikkingen bij deze verordening worden gehandhaafd.
- (5)
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven registers bijhouden en bewaren en de relevante informatie in deze registers desgevraagd ter beschikking stellen van de bevoegde autoriteit en de ontvangende exploitanten van levensmiddelenbedrijven.
- (6)
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 moeten exploitanten van slachthuizen de informatie over de voedselketen aangaande alle andere dieren dan vrij wild die naar het slachthuis worden gebracht of daarvoor bestemd zijn, opvragen, ontvangen, controleren en er actief gebruik van maken. Voorts moeten zij ervoor zorgen dat de informatie over de voedselketen alle bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vereiste gegevens omvat.
- (7)
Aan de hand van de informatie over de voedselketen kan de exploitant van het slachthuis de slacht organiseren en kan de officiële dierenarts de vereiste keuringsprocedures vaststellen. De informatie over de voedselketen moet door de officiële dierenarts worden geanalyseerd en als een integrerend onderdeel van de keuringsprocedures worden gebruikt.
- (8)
Bestaande informatiesystemen moeten zoveel mogelijk worden gebruikt en moeten worden aangepast aan de eisen betreffende de informatie over de voedselketen van Verordening (EG) nr. 854/2004.
- (9)
Om het beheer van de dieren op bedrijfsniveau te verbeteren en overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004 moet de officiële dierenarts eventuele ziekten of aandoeningen die hij in het slachthuis bij afzonderlijke dieren of beslagen/koppels heeft vastgesteld en die schadelijk zijn voor de gezondheid van mens of dier of die het dierenwelzijn in gevaar brengen, optekenen en zo nodig de exploitant van het levensmiddelenbedrijf van herkomst, de dierenarts van het bedrijf van herkomst of de betrokken bevoegde autoriteiten daarvan in kennis stellen.
- (10)
De Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 stellen de eisen vast voor de controles op parasieten bij het hanteren van visserijproducten aan wal of aan boord van schepen. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten overeenkomstig hoofdstuk V, punt D, van sectie VIII van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 in alle stadia van de productie van visserijproducten eigen controles uitvoeren, zodat vis die duidelijk drager is van parasieten, niet voor menselijke consumptie geschikt wordt verklaard. Met het oog op de vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor visuele inspecties moeten de begrippen ‘zichtbare parasieten’ en ‘visuele inspectie’ worden gedefinieerd en moeten de soort en de frequentie van de waarnemingen worden vastgesteld.
- (11)
De controles overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 om te voorkomen dat visserijproducten op de markt worden gebracht die ongeschikt zijn voor menselijke consumptie, kunnen bepaalde chemische controles omvatten, waaronder controles van de totale vluchtige-basestikstof (TVB-N). Voor bepaalde categorieën soorten moeten grenswaarden voor TVB-N en analysemethoden worden vastgesteld. De wetenschappelijk erkende analysemethoden voor de controle van TVB-N moeten verder als routinemethode worden gebruikt, maar er moet een referentiemethode worden vastgesteld die moet worden gebruikt bij twijfel over de resultaten of bij geschillen.
- (12)
De maximumgehalten aan paralytic shellfish poison (PSP), amnesic shellfish poison (ASP) en lipofiele toxines zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Bioassays zijn de referentiemethode om bepaalde toxines te detecteren en te voorkomen dat toxische schelpdieren worden verzameld. Om de volksgezondheid te beschermen, moeten de maximumgehalten en de analysemethoden worden geharmoniseerd en door de lidstaten worden toegepast. Naast biologische testmethoden moeten ook alternatieve detectiemethoden, zoals chemische methoden en in-vitrotests, worden toegestaan indien is aangetoond dat de gekozen methoden ten minste even doeltreffend zijn als de biologische methode en dat de toepassing ervan een gelijkwaardig beschermingsniveau voor de volksgezondheid biedt. De voorgestelde maximumgehalten voor lipofiele toxines zijn gebaseerd op voorlopige gegevens en moeten opnieuw worden geëvalueerd als er nieuwe wetenschappelijke gegevens beschikbaar komen. Door een gebrek aan referentiemateriaal en doordat alleen niet-bioassaytesten worden gebruikt, is het beschermingsniveau voor de volksgezondheid ten aanzien van alle genoemde toxines momenteel niet gelijkwaardig aan dat van biologische testen. Er moet zo snel mogelijk worden voorzien in de vervanging van biologische testen.
- (13)
Separatorvlees dat is geproduceerd met technieken die de structuur van de voor de productie van het separatorvlees gebruikte beenderen niet wijzigen, moet worden beschouwd als verschillend van separatorvlees dat is geproduceerd met technieken die de structuur van de beenderen wel wijzigen.
- (14)
Separatorvlees van de eerstgenoemde soort met een gespecificeerde samenstelling dat onder gespecificeerde omstandigheden is geproduceerd, moet worden toegestaan in vleesbereidingen die duidelijk niet bestemd zijn om te worden geconsumeerd zonder eerst een hittebehandeling te hebben ondergaan. Deze omstandigheden hangen met name samen met het calciumgehalte van het separatorvlees, dat overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 853/2004 moet worden gespecificeerd. Het bij deze verordening vastgestelde maximumgehalte aan calcium moet worden aangepast zodra er gedetailleerde gegevens over de variaties naar gelang van de verschillende soorten grondstoffen beschikbaar zijn.
- (15)
Overeenkomstig artikel 31, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 882/2004 moeten de lidstaten geactualiseerde lijsten van erkende inrichtingen bijhouden. Er moet een geharmoniseerd kader worden vastgesteld voor de presentatie van de desbetreffende informatie aan de andere lidstaten en het publiek.
- (16)
In sectie XI van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/ 2004 worden de eisen voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemde kikkerbilletjes en slakken vastgesteld. Daarnaast moeten ook specifieke eisen, waaronder modelgezondheidscertificaten, worden vastgesteld voor de invoer van voor menselijke consumptie bestemde kikkerbilletjes en slakken uit derde landen.
- (17)
In de secties XIV en XV van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 worden voorschriften vastgesteld voor de productie en het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde gelatine en collageen. Daarnaast moeten ook specifieke eisen, waaronder modelgezondheidscertificaten, worden vastgesteld voor de invoer uit derde landen van voor menselijke consumptie bestemde gelatine en collageen en voor grondstoffen voor de productie daarvan.
- (18)
Er is flexibiliteit nodig opdat levensmiddelen met traditionele kenmerken verder kunnen worden geproduceerd. Krachtens de wetgeving die tot 1 januari 2006 van kracht is, hebben de lidstaten reeds voor een hele reeks dergelijke levensmiddelen afwijkingen toegestaan. Ook na die datum moeten exploitanten van levensmiddelen-bedrijven de bestaande praktijk zonder onderbreking kunnen voortzetten. De Verordeningen (EG) nr. 852/ 2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 voorzien in een procedure op grond waarvan de lidstaten flexibel kunnen zijn. In de meeste gevallen waarvoor reeds afwijkingen zijn toegestaan, gaat het echter slechts om de voortzetting van de gevestigde praktijk. Een volledige kennisgevingsprocedure met een complete risicoanalyse zou dan ook een onnodige en onevenredige last voor de lidstaten vormen. Daarom moeten levensmiddelen met traditionele kenmerken worden gedefinieerd en moeten, in afwijking van de structurele vereisten van Verordening (EG) nr. 852/2004, algemene voorwaarden voor dergelijke levensmiddelen worden vastgesteld, met inachtneming van de voedselveiligheidsdoelstellingen.
- (19)
Aangezien de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 vóór de toetreding van de nieuwe lidstaten op 1 mei 2004 zijn goedgekeurd, worden deze lidstaten daarin niet vermeld. De desbetreffende bepalingen van die verordeningen moeten daarom worden aangevuld met de ISO-codes voor deze lidstaten en de afkortingen van ‘Europese Gemeenschap’ in hun talen.
- (20)
In sectie I van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 worden voorschriften vastgesteld voor de productie en het in de handel brengen van vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren. In hoofdstuk IV, punt 8, van die sectie worden uitzonderingen vermeld op de regel dat het karkas en de andere, voor menselijke consumptie bestemde delen volledig moeten worden gevild. Er moet ook in een uitzondering worden voorzien voor poten van volwassen runderen, mits deze aan dezelfde voorwaarden voldoen als poten van kalveren.
- (21)
Bepaalde praktijken kunnen de consument misleiden wat de samenstelling van bepaalde producten betreft. Om de consument niet in zijn verwachtingen teleur te stellen, moet met name de verkoop van met watervasthoudende stoffen behandeld vlees van pluimvee als vers vlees verboden worden.
- (22)
Uit het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid van 30 augustus 2004 blijkt dat visserijproducten van de familie Gempylidae, en met name Ruvettus pretiosus en Lepidocybium flavobrunneum, maag- en darmklachten kunnen veroorzaken indien ze onder bepaalde omstandigheden worden geconsumeerd. Daarom moet het in de handel brengen van visserijproducten van deze familie aan voorwaarden onderworpen worden.
- (23)
In sectie IX van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 worden specifieke hygiënevoorschriften vastgesteld voor rauwe melk en zuivelproducten. Overeenkomstig hoofdstuk I, punt II.B.1, onder e), mogen speendippers en andere producten om de uier te reinigen, slechts worden gebruikt als ze door de bevoegde autoriteit zijn erkend. In dit punt II worden echter geen nadere regels voor deze erkenning vastgesteld. Met het oog op een geharmoniseerde aanpak door de lidstaten moet daarom worden toegelicht volgens welke procedure deze erkenning moet worden toegekend.
- (24)
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven ervoor zorgen dat de warmtebehandelingen van rauwe melk en zuivelproducten aan internationaal erkende normen voldoen. Gezien de specificiteit van bepaalde warmtebehandelingen die in deze sector worden toegepast en het effect daarvan op de voedselveiligheid en de diergezondheid, moeten aan exploitanten van levensmiddelenbedrijven op dit punt duidelijker richtsnoeren worden gegeven.
- (25)
Verordening (EG) nr. 853/2004 voert een nieuwe definitie in voor van eieren afgeleide producten die, na verwijdering van de schaal, nog niet verwerkt zijn. Daarom moet worden verduidelijkt welke voorschriften op deze producten van toepassing zijn en moet hoofdstuk II van sectie X van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 dienovereenkomstig worden gewijzigd.
- (26)
In sectie XIV van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 worden specifieke gezondheidsvoorschriften vastgesteld voor gelatine. Het gaat onder meer om eisen betreffende de soort grondstoffen die voor de productie van gelatine mogen worden gebruikt en het vervoer en de opslag van deze grondstoffen, alsook specificaties voor de vervaardiging van gelatine. Er moeten echter ook voorschriften voor de etikettering van gelatine worden vastgesteld.
- (27)
Op grond van de wetenschappelijke vooruitgang is overeengekomen om ISO 16649-3 te gebruiken als referentiemethode voor de analyse van E. coli in tweekleppige weekdieren. Voor levende tweekleppige weekdieren uit gebieden van klasse A is deze referentiemethode reeds vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen. Bijgevolg moet ISO 16649-3 ook worden vermeld als meest waarschijnlijke aantal (MPN)-referentiemethode voor de analyse van E. coli in levende tweekleppige weekdieren uit gebieden van de klassen B en C. Het gebruik van alternatieve methoden mag alleen worden toegestaan als deze gelijkwaardig met de referentiemethode worden geacht.
- (28)
De Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.
- (29)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3.
PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22.
PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206; gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 83.
PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1.
Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.
PB L 157 van 30.4.2004, blz. 33; gerectificeerd in PB L 195 van 2.6.2004, blz. 12.