Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenbesluit 2000
Artikel 5.5 [Verplaatsing]
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2015
- Bronpublicatie:
10-07-2015, Stb. 2015, 294 (uitgifte: 17-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2015, Stb. 2015, 294 (uitgifte: 17-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Gedurende de tenuitvoerlegging van een vrijheidsontnemende maatregel ingevolge de artikelen 6, tweede lid, 58, eerste lid, of 59, 59a of 59b, van de Wet, kan de vreemdeling voor korte duur naar elders worden gebracht, wanneer dit redelijkerwijs nodig is voor de toepassing van de Wet.
2.
Van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in het eerste lid, wordt op verzoek van de vreemdeling zo spoedig mogelijk kennis gegeven aan diens naaste verwanten of aan een in Nederland gevestigde diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de staat waarvan hij onderdaan is.
3.
In geval de vrijheidsontnemende maatregel een minderjarige betreft wordt daarvan, zo daartoe de gelegenheid bestaat, ambtshalve zo spoedig mogelijk kennis gegeven aan degenen die de ouderlijke macht of de voogdij over die minderjarige uitoefenen.