Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1829/2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders
Artikel 25 Voorschriften
Geldend
Geldend vanaf 07-11-2003
- Bronpublicatie:
22-09-2003, PbEU 2003, L 268 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 1829/2003)
- Inwerkingtreding
07-11-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2003, PbEU 2003, L 268 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 1829/2003)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
1.
Onverminderd de andere voorschriften van de communautaire wetgeving betreffende de etikettering van diervoeders gelden voor diervoeders zoals bedoeld in artikel 15, lid 1, de bij dit artikel bepaalde specifieke etiketteringsvoorschriften.
2.
Niemand mag een diervoeder zoals bedoeld in artikel 15, lid 1, in de handel brengen, tenzij de hieronder vermelde gegevens duidelijk zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar in een begeleidend document of, waar van toepassing, op de verpakking, op de recipiënt of op een daarop bevestigd etiket worden aangegeven.
Voor elk diervoeder waaruit een bepaald diervoeder is samengesteld, gelden de volgende regels:
- a)
wat de in artikel 15, lid 1, onder a) en b), bedoelde diervoeders betreft, komen de woorden ‘genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]’ tussen haken onmiddellijk na de benaming van het diervoeder.
Deze tekst mag ook worden aangebracht in de vorm van een voetnoot bij de lijst van diervoeders. Deze voetnoot wordt afgedrukt in een lettertype dat ten minste hetzelfde formaat heeft als dat van de lijst van diervoeders;
- b)
wat de artikel 15, lid 1, onder c), bedoelde diervoeders betreft, komen de woorden ‘geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]’ tussen haken onmiddellijk na de benaming van het diervoeder.
Deze tekst mag ook worden aangebracht in de vorm van een voetnoot bij de lijst van diervoeders. Deze voetnoot wordt afgedrukt in een lettertype dat ten minste hetzelfde formaat heeft als dat van de lijst van diervoeders;
- c)
zoals vermeld in de vergunning, alle kenmerken van het diervoeder zoals bedoeld in artikel 15, lid 1, die verschillen van die van hun conventionele tegenhangers, zoals de hieronder genoemde:
- i)
de samenstelling,
- ii)
de voedingseigenschappen,
- iii)
het beoogde gebruik,
- iv)
gevolgen voor de gezondheid van bepaalde diersoorten of -categorieën;
- d)
zoals vermeld in de vergunning, alle kenmerken of eigenschappen waardoor een diervoeder aanleiding kan geven tot ethische of religieuze bezwaren.
3.
Afgezien van de in lid 2, onder a) en b), vermelde etiketteringsvoorschriften wordt in de etikettering of de begeleidende documenten van onder deze afdeling vallende diervoeders die geen conventionele tegenhanger hebben, passende informatie opgenomen over de aard en de kenmerken van de betrokken diervoeders, zoals aangegeven in de vergunning.