Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2000/14/EG inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis
Artikel 12 Materieel waarvoor geluidsgrenswaarden gelden
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2005
- Bronpublicatie:
14-12-2005, PbEU 2005, L 344 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: 2005/88/EG)
- Inwerkingtreding
27-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2005, PbEU 2005, L 344 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: 2005/88/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
Het gewaarborgde geluidsvermogensniveau van het hierna genoemde materieel mag niet hoger zijn dan het toelaatbare geluidsvermogensniveau, vermeld in de volgende tabel van grenswaarden:
- —
Bouwliften voor goederentransport (met verbrandingsmotor)
Definitie:bijlage I, punt 3; meting: bijlage III, deel B, punt 3
- —
Verdichtingsmachines (alleen trilwalsen en niet-vibrerende walsen, trilplaten en trilstampers)
Definitie:bijlage I, punt 8; meting: bijlage III, deel B, punt 8
- —
Compressoren (< 350 kW)
- —
Definitie:bijlage I, punt 9; meting: bijlage III, deel B, punt 9
- —
Betonbrekers en trilhamers, met de hand geleid
Definitie:bijlage I, punt 10; meting: bijlage III, deel B, punt 10
- —
Bouwlieren (met verbrandingsmotor)
Definitie:bijlage I, punt 12; meting: bijlage III, deel B, punt 12
- —
Dozers (< 500 kW)
Definitie:bijlage I, punt 16; meting: bijlage III, deel B, punt 16
- —
Dumpers (< 500 kW)
Definitie:bijlage I, punt 18; meting: bijlage III, deel B, punt 18
- —
Kabelgraafmachines en hydraulische graafmachines (< 500 kW)
Definitie:bijlage I, punt 20; meting: bijlage III, deel B, punt 20
- —
Graaflaadmachines (< 500 kW)
Definitie:bijlage I, punt 21; meting: bijlage III, deel B, punt 21
- —
Egaliseermachines (< 500 kW)
Definitie:bijlage I, punt 23; meting: bijlage III, deel B, punt 23
- —
Hydraulische aggregaten
Definitie:bijlage I, punt 29; meting: bijlage III, deel B, punt 29
- —
Vuilnisverdichters van het ladertype met laadbak (< 500 kW)
Definitie:bijlage I, punt 31; meting: bijlage III, deel B, punt 31
- —
Grasmaaiers (uitgezonderd landbouw- en bosbouwmaterieel alsmede multifunctionele machines waarvan de hoofdaandrijvingsmotor een geïnstalleerd vermogen van meer dan 20 kW heeft)
Definitie:bijlage I, punt 32; meting: bijlage III, deel B, punt 32
- —
Grastrimmers/graskantensnijders
Definitie:bijlage I, punt 33; meting: bijlage III, deel B, punt 33
- —
Heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht (uitgezonderd ‘andere heftrucks met contragewicht’, zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 33, tweede streepje, waarvan het nominale laadvermogen niet meer dan 10 ton bedraagt)
Definitie:bijlage I, punt 36; meting: bijlage III, deel B, punt 36
- —
Laders (< 500 kW)
Definitie:bijlage I, punt 37; meting: bijlage III, deel B, punt 37
- —
Mobiele kranen
Definitie:bijlage I, punt 38; meting: bijlage III, deel B, punt 38
- —
Motorhakfrezen (< 3 kW)
Definitie:bijlage I, punt 40; meting: bijlage III, deel B, punt 40
- —
Bestratingsafwerkmachines (uitgezonderd bestratingsafwerkmachines die zijn uitgerust met een hoogverdichtingsbalk)
Definitie:bijlage I, punt 41; meting: bijlage III, deel B, punt 41
- —
Stroomaggregaten (< 400 kW)
Definitie:bijlage I, punt 45; meting: bijlage III, deel B, punt 45
- —
Torenkranen
Definitie:bijlage I, punt 53; meting: bijlage III, deel B, punt 53
- —
Lasaggregaten
Definitie:bijlage I, punt 57; meting: bijlage III, deel B, punt 57.
Type materieel | Netto geïnstalleerd vermogen P in kW Elektrisch vermogen Pel(1) in kW Massa m van het materieel in kg Maaibreedte L in cm | Toelaatbaar geluidsvermogensniveau in dB/1 pW | |
---|---|---|---|
Fase I vanaf 3 januari 2002 | Fase II vanaf 3 januari 2006 | ||
Verdichtingsmachines (trilwalsen, trilplaten, trilstampers) | P ≤ 8 | 108 | 105 (2) |
8 < P ≤ 70 | 109 | 106 (2) | |
P > 70 | 89 + 11 lg P | 86 + 11 lg P (2) | |
rupsdozers, rupslaad- en graaflaadmachines | P ≤ 55 | 106 | 103 (2) |
P > 55 | 87 + 11 lg P | 84 + 11 lg P (2) | |
Dozers op wielen, laad- en graaflaadmachines op wielen, dumpers, egaliseermachines, vuilnisverdichters van het ladertype, heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht, mobiele kranen, verdichtingsmachines (niet-vibrerende walsen), bestratingsafwerkmachines, hydraulische aggregaten | P ≤ 55 | 104 | 101 (2)(3) |
P > 55 | 85 + 11 lg P | 82 + 11 lg P (2)(3) | |
Graafmachines, goederenliften, bouwlieren, motorhakfrezen | P ≤ 15 | 96 | 93 |
P > 15 | 83 + 11 lg P | 80 + 11 lg P | |
Met de hand geleide betonbrekers en trilhamers | m ≤ 15 | 107 | 105 |
15 < m < 30 | 94 + 11 lg m | 92 + 11 lg m (2) | |
m ≥ 30 | 96 + 11 lg m | 94 + 11 lg m | |
Torenkranen | 98 + lg P | 96 + lg P | |
Las- en vermogensaggregaten | Pel ≤ 2 | 97 + lg Pel | 95 + lg Pel |
2 < Pel ≤ 10 | 98 + lg Pel | 96 + lg Pel | |
Pel > 10 | 97 + lg Pel | 95 + lg Pel | |
Compressoren | P ≤ 15 | 99 | 97 |
P > 15 | 97 + 2 lg P | 95 + 2 lg P | |
Grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders | L ≤ 50 | 96 | 94 (2) |
50 < 1 ≤ 70 | 100 | 98 | |
70 < 1 ≤ 120 | 100 | 98 (2) | |
L > 120 | 105 | 103 (2) |
Het toelaatbare geluidsvermogensniveau wordt naar boven of beneden afgerond op het naaste gehele getal (bij minder dan 0,5 naar beneden, vanaf 0,5 naar boven).
Voetnoten
Pel voor lasaggregaten: genormaliseerde lasstroom vermenigvuldigd met de genormaliseerde lasspanning voor de laagste waarde van de inschakelduur die door de fabrikant wordt opgegeven. Pel voor vermogensaggregaten: primair vermogen overeenkomstig ISO 8528-1:1993, punt 13.3.2.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
Voor eenmotorige mobiele kranen blijven de cijfers voor fase I tot 3 januari 2008 van toepassing. Na deze datum zijn de cijfers van fase II van toepassing.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
Voor eenmotorige mobiele kranen blijven de cijfers voor fase I tot 3 januari 2008 van toepassing. Na deze datum zijn de cijfers van fase II van toepassing.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.
De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:
- —
trilwalsen met begeleider;
- —
trilplaten (>3kW);
- —
trilstampers;
- —
dozers (op stalen rupsbanden);
- —
laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);
- —
heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;
- —
bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;
- —
met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);
- —
grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.
De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.