Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 373 [Personen aan wie verantwoording moet worden afgelegd]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
30-10-1997, Stb. 1997, 506 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23714 Overheid.nl: 23714)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-11-1997, Stb. 1997, 564 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
1.
Deze rekening en verantwoording doet de voogd hetzij aan de meerderjarig gewordene, hetzij aan de erfgenamen van de minderjarige, wanneer deze overleden is, hetzij aan zijn opvolger in het bewind.
2.
Indien de gezamenlijke uitoefening van de voogdij is geëindigd en als gevolg daarvan het gezag wordt uitgeoefend door een van de voogden alleen, doet degene wiens voogdij geëindigd is rekening en verantwoording aan degene die de voogdij alleen uitoefent.