Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 17.9 [Bevoegd gezag]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-01-2021, Stb. 2021, 27 (uitgifte: 28-01-2021, kamerstukken: 35643)
08-07-2020, Stb. 2020, 310 (uitgifte: 04-09-2020, kamerstukken: 34985)
19-02-2020, Stb. 2020, 87 (uitgifte: 16-03-2020, kamerstukken: 34864)
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan waarbij op grond van artikel 18.2 van de Omgevingswet de bestuursrechtelijke handhavingstaak berust voor de activiteit waardoor de milieuschade of onmiddellijke dreiging daarvan wordt veroorzaakt.
2.
In afwijking van het eerste lid is het bevoegd gezag, indien de milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan geheel of in hoofdzaak betrekking heeft op wateren, het bestuursorgaan waarbij de betrokken wateren in beheer zijn.
3.
Indien de activiteit waardoor de milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan wordt veroorzaakt, wordt verricht buiten een inrichting is het bevoegd gezag voor zover de milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan betrekking heeft op:
- a.
de bodem: het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 95, derde en vierde lid, van de Wet bodembescherming;
- b.
beschermde soorten: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 18.2, van de Omgevingswet;
- c.
natuurlijke habitats: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 18.2, van de Omgevingswet;
- d.
wateren: het bestuursorgaan, waarbij de betrokken wateren in beheer zijn.
4.
In afwijking van het eerste tot en met het derde lid is Onze Minister het bevoegd gezag, indien de activiteit waardoor de milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan wordt veroorzaakt, betrekking heeft op genetisch gemodificeerde organismen.
5.
Indien in geval van milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan meer dan een bestuursorgaan als bevoegd gezag is aangewezen, of bij of krachtens deze of een andere wet aan een ander bestuursorgaan bevoegdheden zijn toegekend, wordt tussen deze bestuursorganen tijdig overleg gevoerd, teneinde een zo goed mogelijke afstemming tussen de te nemen besluiten of de te treffen maatregelen te bevorderen. De bestuursorganen stemmen onderling af welk orgaan zich met de coördinatie belast.
6.
Indien in geval van milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan meer dan een bestuursorgaan als bevoegd gezag is aangewezen, wordt een verzoek als bedoeld in artikel 17.13, zesde lid, of artikel 17.15, eerste lid, gecoördineerd behandeld. Bij de beslissing op een dergelijk verzoek wordt rekening gehouden met de onderlinge samenhang tussen de beschikkingen die op dit verzoek worden gegeven.
7.
Indien in geval van milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan bij of krachtens deze of een andere wet aan het bevoegd gezag bevoegdheden zijn toegekend, geeft het bevoegd gezag onverminderd die bevoegdheden toepassing aan deze titel en draagt het er zorg voor dat, voor zover het ook uitvoering geeft aan bedoelde bevoegdheden, er geen strijd ontstaat met het bepaalde bij of krachtens deze titel.