Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 3.32 Verhuisgoederen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 846 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32190)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Vrijstelling van invoerrechten wordt verleend voor de invoer van persoonlijke goederen door natuurlijke personen, die hun normale verblijfplaats naar de BES eilanden overbrengen.
2.
De vrijstelling is beperkt tot persoonlijke goederen die:
- a.
ten minste zes maanden vóór de datum waarop de belanghebbende zijn normale verblijfplaats in het land van herkomst heeft opgegeven, in zijn bezit zijn geweest en, wanneer het niet-verbruikbare goederen betreft, door hem in zijn vroegere normale verblijfplaats zijn gebruikt, en
- b.
bestemd zijn om door de belanghebbende voor hetzelfde doel te worden gebruikt in zijn nieuwe normale verblijfplaats.
3.
Op verzoek van de inspecteur toont de aangever aan, dat wordt voldaan aan het tweede lid, onderdeel a.
4.
De vrijstelling wordt slechts verleend indien:
- a.
een door de belanghebbende ondertekende lijst wordt overgelegd, inhoudende een omschrijving van alle goederen waarvoor aanspraak op vrijstelling wordt gemaakt;
- b.
de goederen vóór het verstrijken van een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de belanghebbende zijn normale verblijfplaats op één van de BES eilanden heeft gevestigd, ten invoer worden aangegeven.
5.
In afwijking van het tweede lid, onderdeel a, wordt voor de invoer van personenvoertuigen die deel uitmaken van de persoonlijke goederen van de belanghebbende vrijstelling verleend, indien het personenvoertuig ten minste een jaar voorafgaande aan de datum van inscheping in het land van herkomst, aantoonbaar en onafgebroken in bezit en in gebruik was van de belanghebbende, waarbij:
- a.
de vrijstelling is beperkt tot één personenvoertuig per gezin of huishouding; en
- b.
in daartoe aanleiding gevende gevallen de inspecteur de belanghebbende zekerheid kan laten stellen.
6.
Van de vrijstelling zijn uitgesloten alcoholische producten, tabak en tabaksproducten, voor zover deze niet als normale huisvoorraad zijn te beschouwen, alsmede vervoermiddelen zijnde geen personenvoertuigen.