Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 3.72 Diverse goederen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Vrijstelling van invoerrechten wordt verleend voor de invoer van:
- a
- 1°.
machines, machineonderdelen, gereedschappen, werktuigen, werktuigonderdelen, ijzerwerk, chemicaliën, omheiningdraad;
- 2°.
werkpaarden, fokdieren van zuiver ras en producten van het planten- en dierenrijk;
- 3°.
bereid diervoeder en producten van plantaardige of dierlijke oorsprong, al dan niet gemengd; en
- 4°.
mineralen, vitaminen en chemische verbindingen die kennelijk zijn bestemd voor de bereiding van bereid diervoeder;
mits de onder 1° tot en met 4° bedoelde goederen bestemd zijn om uitsluitend te worden gebezigd in de bedrijfsmatige uitoefening van landbouw, veehouderij, tuinbouw of visserij;
- b.
motorvoertuigen voor bedrijfsmatig vervoer van goederen en tractors, en vissersvaartuigen, die zijn bestemd en ingericht om uitsluitend te worden gebezigd in de bedrijfsmatige uitoefening van landbouw, veehouderij, tuinbouw of visserij;
- c.
motorvoertuigen voor bedrijfsmatig vervoer van personen die blijkens een door het bevoegde gezag aan belanghebbende afgegeven vergunning of ontheffing zijn bestemd om uitsluitend geregeld openbaar vervoer of taxivervoer te verrichten;
- d.
schepen die geregeld in het handelsverkeer met het buitenland worden gebruikt, alsmede hun inventaris voor zover deze niet wordt gelost;
- e.
schepen, bestemd voor het onderhouden van geregelde verbindingen tussen de BES eilanden alsmede hun inventaris voor zover deze niet wordt gelost;
- f.
bij regeling van Onze Minister van Financiën aan te wijzen goederen bestemd om te worden gebruikt in en ten behoeve van de luchtvaart;
- g.
oorlogsmaterieel ten behoeve van de defensie van de BES eilanden aangevoerd door de Nederlandse strijdkrachten;
- h.
gebruiksgoederen welke door de Nederlandse strijdkrachten voor rekening van het Rijk worden ingevoerd voor gebruik door die strijdkrachten;
- i.
voor menselijke consumptie bestemde vis, levend, vers, gekoeld of bevroren, indien op de BES eilanden geen distributieschakel tussen vangst en aanbreng bestaat en de vis wordt aangebracht met kleine vissersvaartuigen;
- j.
goederen bestemd voor projecten die in het kader van onderlinge hulp voor rekening van Aruba, Curaçao of Sint Maarten komen alsmede goederen die in het kader van ontwikkelingshulp voor rekening van internationale organisaties komen, zulks onder bij regeling van Onze Minister van Financiën te stellen voorwaarden;
- k.
geluidsdragers met opnamen van op de BES eilanden gevestigde uitvoerende musici;
- l.
materialen en benodigdheden, die naar aard en bestemming uitsluitend in ziekenhuizen worden gebruikt;
- m.
gebruikte handels- en kantoorbescheiden zoals reisbiljetten, cognossementen en vrachtbrieven;
- n.
persfoto's, voor zover zulks blijkt uit daarop voorkomende of daaraan gehechte mededelingen, die worden toegezonden aan persagentschappen of aan uitgevers van dagbladen of tijdschriften;
- o.
goederen, ingevoerd of wederingevoerd uit één van de BES eilanden, voor zover het betreft:
- 1°.
ontwikkelde cinematografische films, geluidsfilms en dergelijke films, nadat deze uit de BES eilanden zijn uitgevoerd;
- 2°.
toestellen, werktuigen, instrumenten en gereedschappen die zijn uitgevoerd om aldaar werkzaamheden mee te verrichten;
- p.
verpakkingsmiddelen en andere goederen, hetzij gebruiksklaar, hetzij in losse onderdelen, vervaardigd en ingericht voor het vervoer van goederen, dekkleden en stuwmaterieel daaronder begrepen, alsmede goederen voor het afsluiten en etiketteren van deze verpakkingsmiddelen, bestemd om daaraan te worden aangebracht, ook indien deze voorwerpen apart worden ingevoerd, alles voor zover zij:
- 1°.
na uit het vrije verkeer te zijn uitgevoerd teneinde daarmee goederen uit te voeren, weder worden ingevoerd zonder in het buitenland een bewerking of verwerking te hebben ondergaan;
- 2°.
worden ingevoerd om te worden gebruikt bij de uitvoer van goederen;
- 3°.
worden ingevoerd om te worden gebruikt voor de verpakking van op de BES eilanden gewonnen, vervaardigde, bewerkte of verwerkte goederen;
- q.
bij regeling van Onze Minister van Financiën aangewezen veiligheidsmiddelen bestemd om te worden gebruikt in de bedrijfsmatige uitoefening van de visserij;
- r.
goederen bestemd om te dienen als bewijs of soortgelijke doeleinden voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie of andere officiële instanties op de BES eilanden;
- s.
brandstoffen voor de opwekking van energie voor gas-, elektriciteit- en waterleidingbedrijven;
- t.
gas als bedoeld in artikel 6.11, eerste lid, onderdeel h, van de Belastingwet BES;
- u.
niet-geïntegreerde zonnepanelen en -collectoren en geïntegreerde zonnepanelen en -collectoren welke als dakbedekking dienen; hetzelfde geldt voor bij ministeriële regeling aangewezen producten die bestemd zijn om daarop aangesloten te worden, ook indien zij apart worden ingevoerd;
- v.
windturbines; hetzelfde geldt voor speciaal voor windturbines ontworpen of aangepaste onderdelen, ook indien zij apart worden ingevoerd.
2.
Onder de bedrijfsmatige uitoefening van een visserijbedrijf als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, wordt mede verstaan visserijactiviteiten die erop gericht zijn om in belangrijke mate in het levensonderhoud van de visser te voorzien.
3.
De in het eerste lid, onderdeel b, genoemde vrijstelling wordt slechts verleend indien:
- a.
de vergunninghouder het motorvoertuig geheel of nagenoeg geheel gebruikt voor het vervoeren in het kader van de landbouw, veehouderij, tuinbouw of visserij;
- b.
in geval reeds eerder met toepassing van deze vrijstelling een motorvoertuig voor goederenvervoer is ingevoerd:
- 1°.
het motorvoertuig ten minste vier jaar in gebruik is geweest; of
- 2°.
van de vrijstelling is afgezien of ambtelijke vernietiging heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 3.29.
4.
De in het eerste lid, onderdeel c, genoemde vrijstelling wordt slechts verleend indien:
- a.
het motorvoertuig voor personenvervoer geheel of nagenoeg geheel wordt gebezigd voor het verrichten van openbaar vervoer of taxivervoer;
- b.
in geval reeds eerder met toepassing van deze vrijstelling een motorvoertuig voor personenvervoer is ingevoerd:
- 1°.
het motorvoertuig ten minste drie jaar in gebruik is geweest; of
- 2°.
van de vrijstelling is afgezien of ambtelijke vernietiging heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 3.29.
5.
Onder geregeld openbaar vervoer of geregelde verbindingen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen c en e, wordt verstaan: voor een ieder toegankelijk beroeps- of bedrijfsmatig vervoer van personen of goederen volgens een vaste dienstregeling en op een vastgesteld traject.
6.
Bij regeling van Onze Minister van Financiën kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van dit artikel.