Einde inhoudsopgave
Besluit Jeugdwet
Artikel 6.2.1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
14-11-2023, Stb. 2023, 415 (uitgifte: 21-11-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-11-2023, Stb. 2023, 421 (uitgifte: 22-11-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp (17-05-2023, Stb. 182).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Jeugdbeleid / Algemeen
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
1.
Toezicht op een jeugdige als bedoeld in artikel 6.3.2.1 van de wet, kan bestaan uit persoonlijk toezicht of cameratoezicht. De jeugdhulpaanbieder draagt er zorg voor dat toezicht zoveel mogelijk bestaat uit persoonlijk toezicht.
2.
Indien cameratoezicht plaatsvindt, draagt de jeugdhulpverantwoordelijke er zorg voor dat de jeugdige en diens bezoekers daarover worden geïnformeerd.
3.
Cameratoezicht in de kamer van de jeugdige, in een afzonderlijke en veilige ruimte als bedoeld in artikel 6.2.6, tweede lid, van de wet, of tijdens een insluiting als bedoeld in artikel 6.3.2.2, eerste lid, onderdeel f, van de wet, is niet toegestaan, tenzij de jeugdhulpverantwoordelijke een gegronde zorg heeft dat de jeugdige zichzelf tijdens het verblijf in die ruimte ernstig letsel toebrengt.
4.
Cameratoezicht is niet toegestaan in sanitaire ruimten.