Einde inhoudsopgave
Wet op de medische keuringen
Artikel 4 [Aanstellingskeuring]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
14-10-2020, Stb. 2020, 412 (uitgifte: 03-11-2020, kamerstukken: 35170)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-11-2022, Stb. 2022, 453 (uitgifte: 17-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Keuringen in verband met het aangaan en wijzigen van een burgerrechtelijke arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, of in verband met een aanstelling in openbare dienst worden slechts verricht indien aan de vervulling van de functie, waarop de arbeidsverhouding of aanstelling in openbare dienst betrekking heeft, bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid moeten worden gesteld. Onder medische geschiktheid voor de functie wordt begrepen de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de keurling en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid.
2.
Een keuring in verband met het aangaan van een burgerrechtelijke arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, of in verband met een aanstelling in openbare dienst wordt eerst verricht nadat alle overige beoordelingen van de geschiktheid van de aspirant-werknemer of aspirant-ambtenaar hebben plaats gevonden en de werkgever op grond daarvan voornemens is de keurling aan te stellen. Indien tot de beoordelingen bedoeld in de eerste volzin een onderzoek naar de antecedenten van de aspirant-werknemer of aspirant-ambtenaar behoort dan wel een veiligheidsonderzoek als bedoeld in de Wet veiligheidsonderzoeken moet worden ingesteld, kan op verzoek van de keurling de keuring in verband met het aangaan van een burgerrechtelijke arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, of in verband met een aanstelling in openbare dienst voorafgaand aan zodanig onderzoek worden verricht. De keuring in verband met het aangaan van een aanstelling als militair ambtenaar of ambtenaar van politie kan steeds worden verricht voorafgaande aan een met betrekking tot hem in te stellen onderzoek naar de betrouwbaarheid of veiligheidsonderzoek.
Het is aan een ander dan een keurend arts niet toegestaan vragen te stellen noch anderszins inlichtingen in te winnen over de gezondheidstoestand van de keurling of over diens ziekteverzuim in het verleden.
3.
Geen keuring vindt plaats voor deelneming aan een pensioenregeling ten aanzien waarvan artikel 5 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling toepassing heeft gevonden of de pensioenregeling waaraan deelneming verplicht is op grond van de Wet op het notarisambt dan wel voor de deelneming aan een pensioenregeling als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet. Indien de pensioenvoorziening keuzemogelijkheden biedt voor een individuele deelnemer kan, in afwijking van de eerste volzin, indien het een deelnemer betreft met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die een wijziging wenst ten aanzien van een eerder gemaakte keuze, wel een keuring plaatsvinden.
4.
Voor zover niet ondergebracht bij een pensioenvoorziening dan wel pensioenregeling, als bedoeld in het derde lid, vindt geen keuring plaats voor deelneming aan een aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering die aan de burgerrechtelijke arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt, of in verband met een aanstelling in openbare dienst is verbonden.
5.
Voorzover sprake is van een arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt of van een aanstelling in openbare dienst, vindt geen keuring plaats in verband met een door de werkgever te sluiten of gesloten verzekering ter dekking van het risico van doorbetaling van loon als bedoeld in artikel 629, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, of van de betaling van een uitkering als bedoeld in artikel 84 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dan wel betaling van arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in artikel 75a van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering.
6.
Geen uitsluiting of vermindering van rechten op grond van ziekten, aandoeningen of gebreken wordt bedongen door de verzekeraar bij de deelneming aan een voorziening dan wel regeling als bedoeld in het derde lid en bij het aangaan of wijzigen van een verzekering als bedoeld in het vierde en vijfde lid, voorzover ingevolge deze leden een keuringsverbod geldt.