Einde inhoudsopgave
Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003
Artikel 22B
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2017
- Bronpublicatie:
27-02-2017, Stcrt. 2017, 13357 (uitgifte: 13-03-2017, regelingnummer: WBN 2017/3)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-02-2017, Stcrt. 2017, 13357 (uitgifte: 13-03-2017, regelingnummer: WBN 2017/3)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht (V)
Vreemdelingenrecht (V)
Artikel 22B
1
De belanghebbende is steeds bevoegd een of meer raadslieden te kiezen.
2
Daartoe is ook zijn wettige vertegenwoordiger of zijn bijzondere gemachtigde bevoegd.
3
Kan de belanghebbende zijn wil te dien aanzien niet doen blijken en heeft hij geen wettelijke vertegenwoordiger of bijzondere gemachtigde, dan is zijn echtgenoot of de meest gerede van zijn in het Koninkrijk verblijvende bloed- of aanverwanten, tot de vierde graad ingesloten, tot die keuze bevoegd.
4
De ingevolge het tweede of derde lid gekozen raadsman treedt af zodra de belanghebbende zelf een raadsman heeft gekozen.
5
Voor zover deze Rijkswet niet op andere wijze in de toevoeging voorziet, voegt een bij algemene maatregel van rijksbestuur te bepalen bevoegd orgaan aan de vreemdeling een raadsman toe.