Einde inhoudsopgave
Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
27-03-2013, Stcrt. 2013, 8063 (uitgifte: 29-03-2013, regelingnummer: WBN2013/2)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-2013, Stcrt. 2013, 8063 (uitgifte: 29-03-2013, regelingnummer: WBN2013/2)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht (V)
Vreemdelingenrecht (V)
Artikel 20
1
Indien in enige voor een rechterlijke instantie in Nederland, onderscheidenlijk Aruba, Curaçao of Sint Maarten, aanhangige zaak onzeker is of een bij de zaak belanghebbende al dan niet het Nederlanderschap bezit of op een vroeger tijdstip bezat, kan de rechter terzake het advies van Onze Minister, onderscheidenlijk van Onze Minister van Justitie van Aruba, van Curaçao, onderscheidenlijk van Sint Maarten vragen.
2
Indien in enig administratief beroep in Nederland, onderscheidenlijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten, ingesteld een in het vorige lid bedoelde onzekerheid bestaat, houdt die instantie de behandeling van de zaak aan en vraagt zij terzake het advies van Onze Minister, onderscheidenlijk van Onze Minister van Justitie van Aruba, van Curaçao, onderscheidenlijk van Sint Maarten.
3
De behandeling van de zaak wordt terstond hervat zodra het in de vorige leden bedoelde advies is ontvangen.
Verwijzingen
RWN: artikel 24.1
Overgangsrecht
Geen.
Officiële toelichting