Einde inhoudsopgave
Regeling Tijdelijke wet Groningen
Artikel 4.2
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
06-07-2023, Stcrt. 2023, 19015 (uitgifte: 07-07-2023, regelingnummer: WJZ/ 33463844)
- Inwerkingtreding
08-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2023, Stcrt. 2023, 19015 (uitgifte: 07-07-2023, regelingnummer: WJZ/ 33463844)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
1.
De vergoeding omvat, voor zover de eigenaar de te vergoeden activiteiten in eigen beheer uitvoert:
- a.
de kosten voor:
- 1°
het laten maken van een definitief ontwerp;
- 2°
het laten maken van een technisch ontwerp;
- 3°
het natuurvrij laten maken van een gebouw;
- b.
de vereiste leges en heffingen voor de versterking of de sloop en nieuwbouw;
- c.
een aanspraak ter hoogte van € 2.055 berekend op basis van 15 arbeidsuren tegen een uurtarief van € 137 voor het inschakelen van een financieel of bouwkundig adviseur.
- d.
andere kosten waarvan de Minister op verzoek van de eigenaar voorafgaand aan het maken van die kosten heeft geoordeeld dat deze noodzakelijk zijn voor de voorbereiding van de versterkingsmaatregelen.
2.
Op het eerste lid, onderdeel c, zijn de artikelen 8a.1, 8a.2, 8a.4 en 8a.5 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat waar in de genoemde artikelen wordt gesproken over ‘het Instituut of de Minister’ dit gelezen moet worden als ‘de Minister’, dat in artikel 8a.4, eerste lid, voor ‘artikel 8a.3, eerste lid’ gelezen moet worden ‘artikel 4.2, onderdeel c’ en dat in artikel 8a.5, eerste lid, voor ‘artikel 8a.3’ gelezen moet worden ‘artikel 4.2, onderdeel c’.