Einde inhoudsopgave
Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens
Artikel 38
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2021
- Bronpublicatie:
14-09-2021, Stb. 2021, 446 (uitgifte: 30-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-09-2021, Stb. 2021, 446 (uitgifte: 30-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien justitiële gegevens, strafvorderlijke gegevens, tenuitvoerleggingsgegevens of gerechtelijke strafgegevens worden ontvangen van een andere lidstaat en de ontvangende autoriteit in Nederland in kennis is gesteld van specifieke voorwaarden die door de bevoegde autoriteit van die lidstaat op grond van het nationale recht zijn gesteld aan de verwerking van de gegevens, ziet de ontvangende autoriteit in Nederland toe op de naleving van die voorwaarden.
2.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, die zijn ontvangen van een andere lidstaat, kunnen slechts worden verwerkt voor het doel waarvoor ze zijn doorgezonden en binnen de door die lidstaat bepaalde grenzen.
3.
De op grond van het eerste lid ontvangen gegevens worden vernietigd zodra het doel, bedoeld in het tweede lid, is vervuld of, indien door de doorzendende lidstaat op grond van het nationale recht termijnen zijn gesteld na afloop waarvan de verstrekte gegevens moeten worden vernietigd, na afloop van de gestelde termijn. Alsdan ziet de ontvangende autoriteit in Nederland erop toe dat de gegevens daadwerkelijk worden vernietigd.
4.
Het derde lid is niet van toepassing op de gegevens die zijn ontvangen in het kader van een verzoek tot verkrijging van het Nederlanderschap op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap, voor zover het Nederlanderschap wordt verleend aan de betrokkene. Artikel 37 is van overeenkomstige toepassing op deze gegevens.
5.
Artikel 33, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.