Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 549/2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (‘de kaderverordening’)
Artikel 11 Prestatieregeling
Geldend
Geldend van 04-12-2009 tot 01-12-2024
- Bronpublicatie:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1070/2009)
- Inwerkingtreding
04-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1070/2009)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Om de prestaties van luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties in het gemeenschappelijke Europese luchtruim te verbeteren, wordt een prestatieregeling vastgesteld voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties. Die zal bestaan uit:
- a)
prestatiedoelen voor de gehele Gemeenschap voor de prestatiekerngebieden veiligheid, milieu, capaciteit en kostenefficiëntie;
- b)
nationale plannen of plannen voor functionele luchtruimblokken, inclusief prestatiedoelen, die consistentie met prestatiedoelen voor de gehele Gemeenschap waarborgen, alsmede
- c)
periodieke beoordeling, monitoring en benchmarking van de prestaties van luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties.
2.
Overeenkomstig de in artikel 5, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure kan de Commissie Eurocontrol of een ander onpartijdig en bevoegd orgaan aanwijzen als ‘prestatiebeoordelingsorgaan’. De rol van dit orgaan is de Commissie, in coördinatie met de nationale toezichthoudende instanties, bij te staan en de nationale toezichthoudende instanties op verzoek bij te staan bij de tenuitvoerlegging van de in lid 1 vermelde prestatieregeling. De Commissie ziet erop toe dat het prestatiebeoordelingsorgaan de taken die het van de Commissie heeft gekregen, onafhankelijk uitvoert.
3
a)
De prestatiedoelen voor de gehele Gemeenschap voor het netwerk voor luchtverkeersbeveiliging worden door de Commissie goedgekeurd overeenkomstig de regelgevingsprocedure bedoeld in artikel 5, lid 3, waarbij rekening wordt gehouden met relevante inbreng van de nationale toezichthoudende instanties op nationaal niveau of op het niveau van de functionele luchtruimblokken.
b)
De in lid 1, onder b), bedoelde nationale plannen of plannen voor functionele luchtruimblokken worden opgesteld door de nationale toezichthoudende instanties en door de lidsta(a)t(en) goedgekeurd. Deze plannen omvatten bindende nationale doelen of doelen op het niveau van de functionele luchtruimblokken en een adequate, door de lidsta(a)t(en) vastgestelde stimuleringsregeling. Bij het opstellen van de plannen vindt overleg plaats met de verleners van luchtvaartnavigatiediensten, vertegenwoordigers van luchtruimgebruikers en eventueel luchthavenexploitanten en luchthavencoördinatoren.
c)
De consistentie van de nationale doelen of doelen van de functionele luchtruimblokken met de prestatiedoelen voor de gehele Gemeenschap zal worden beoordeeld door de Commissie, die daarbij gebruikmaakt van de beoordelingscriteria in lid 6, onder d).
Indien de Commissie vaststelt dat één of meer nationale doelen of doelen van de functionele luchtruimblokken niet voldoen aan de beoordelingscriteria, kan zij, overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, bedoelde raadgevingsprocedure, besluiten een aanbeveling te doen dat de betrokken nationale toezichthoudende instanties nieuwe prestatiedoelen moeten voorstellen. De betrokken lidsta(a)t(en) stellen nieuwe prestatiedoelen en passende maatregelen vast en stellen de Commissie daarvan te zijner tijd in kennis.
Indien de Commissie van mening is dat de nieuwe prestatiedoelen en de betreffende maatregelen niet adequaat zijn, kan zij, overeenkomstig de regelgevingsprocedure in artikel 5, lid 3, besluiten dat de betrokken lidstaat corrigerende maatregelen moet nemen.
De Commissie mag, indien zij beschikt over overtuigend bewijs, ook besluiten de prestatiedoelen voor de gehele Gemeenschap te herzien, overeenkomstig de regelgevingsprocedure in artikel 5, lid 3.
d)
De referentieperiode voor de prestatieregeling is minimaal drie en maximaal vijf jaar. In deze periode zullen de lidstaten en/of de nationale toezichthoudende instanties, indien de nationale doelen of doelen van de functionele luchtruimblokken niet worden gehaald, de door hen vastgestelde passende maatregelen toepassen. De eerste referentieperiode heeft betrekking op de eerste drie jaar na de goedkeuring van de uitvoeringsvoorschriften als bedoeld in lid 6.
e)
De Commissie voert regelmatig beoordelingen uit over het behalen van de prestatiedoelen en presenteert de uitkomsten aan het Single Sky-comité.
4.
De onderstaande procedures zijn van toepassing op de in lid 1 bedoelde prestatieregeling:
- a)
het verzamelen, valideren, onderzoeken, evalueren en verspreiden van relevante gegevens over de prestaties van luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties van alle relevante partijen, waaronder verleners van luchtvaartnavigatiediensten, luchtruimgebruikers, luchthavenexploitanten, nationale toezichthoudende instanties, lidstaten en Eurocontrol;
- b)
het selecteren van passende prestatiekerngebieden op basis van ICAO-document nr.9854 ‘Global Air Traffic Management Operational Concept’, en conform de in het prestatiekader van het masterplan inzake luchtverkeersbeveiliging aangemerkte gebieden, inclusief veiligheid, milieu, capaciteit en kostenefficiëntie, indien nodig aangepast om rekening te houden met de specifieke behoeften van het gemeenschappelijke Europese luchtruim en met relevante doelstellingen voor genoemde terreinen, en het definiëren van een beperkt pakket van prestatiekernindicatoren voor prestatiemeting;
- c)
het opstellen van prestatiedoelen voor de gehele Gemeenschap die worden vastgesteld met inachtneming van inputs geïdentificeerd op nationaal niveau of op dat van functionele luchtruimblokken;
- d)
het beoordelen van de nationale prestatiedoelen of prestatiedoelen van het functionele luchtruimblok op basis van het nationale plan of het plan voor het functionele luchtruimblok, en
- e)
het monitoren van de nationale prestatieplannen of prestatieplannen voor functionele luchtruimblokken, met inbegrip van passende waarschuwingsmechanismen.
De Commissie kan procedures toevoegen aan de in dit lid bedoelde lijst van procedures. Deze maatregelen, die nietessentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 5, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
5.
Bij het opstellen van de prestatieregeling wordt er rekening mee gehouden dat en-routediensten, terminaldiensten en netwerkfuncties verschillend zijn en als zodanig moeten worden behandeld, zo nodig ook bij prestatiemetingen.
6.
Voor het gedetailleerd functioneren van de prestatieregeling stelt de Commissie, uiterlijk op 4 december 2011 en binnen een passend tijdsbestek om te voldoen aan de termijnen die in deze verordening zijn vastgelegd, uitvoeringsvoorschriften vast overeenkomstig de regelgevingsprocedure in artikel 5, lid 3. Deze uitvoeringsvoorschriften hebben betrekking op:
- a)
de inhoud en het tijdsbestek van de in lid 4 bedoelde procedures;
- b)
de referentieperiode en de tussenpozen om te beoordelen of de prestatiedoelen bereikt zijn en de vaststelling van nieuwe doelen;
- c)
de criteria voor de opstelling door de nationale toezichthoudende instanties van de nationale prestatieplannen of prestatieplannen voor functionele luchtruimblokken met de nationale prestatiedoelen of de prestatiedoelen van het functionele luchtruimblok en de stimuleringsregeling. De prestatieplannen:
- i)
zijn gebaseerd op de bedrijfsplannen van de verleners van luchtvaartnavigatiediensten;
- ii)
houden rekening met alle kostenelementen van de nationale kostenbasis of de kostenbasis van het functionele luchtruimblok;
- iii)
omvatten bindende prestatiedoelstellingen die conform de prestatiedoelstellingen voor de gehele Gemeenschap zijn;
- d)
de criteria om te beoordelen of de nationale doelen of de doelen van het functionele luchtruimblok tijdens de referentieperiode in overeenstemming zijn met de prestatiedoelen voor de gehele Gemeenschap en om waarschuwingssystemen te ondersteunen;
- e)
de algemene beginselen voor het opstellen door de lidstaten van de stimuleringsregeling;
- f)
de beginselen voor de toepassing van een overgangsmechanisme dat nodig is voor de aanpassing aan het functioneren van de prestatieregeling gedurende uiterlijk twaalf maanden na de goedkeuring van de uitvoeringsvoorschriften.