Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 549/2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (‘de kaderverordening’)
Artikel 13 Vrijwaringsbepalingen
Geldend
Geldend van 20-04-2004 tot 01-12-2024
- Bronpublicatie:
10-03-2004, PbEU 2004, L 96 (uitgifte: 31-03-2004, regelingnummer: 549/2004)
- Inwerkingtreding
20-04-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-03-2004, PbEU 2004, L 96 (uitgifte: 31-03-2004, regelingnummer: 549/2004)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
Deze verordening belet een lidstaat niet de maatregelen te nemen die nodig zijn om essentiële belangen op het gebied van het veiligheidsbeleid of het defensiebeleid te beschermen. Dat zijn met name maatregelen die noodzakelijk zijn:
- —
voor de bewaking van het luchtruim dat onder zijn verantwoordelijkheid valt, overeenkomstig regionale luchtvaartnavigatieovereenkomsten van de ICAO, met inbegrip van het vermogen om alle luchtvaartuigen die dat luchtruim gebruiken op te sporen, te identificeren en te evalueren, in het streven om de veiligheid van de vluchten te waarborgen en actie te ondernemen om te voorzien in de behoeften inzake veiligheid en defensie;
- —
in het geval van ernstige binnenlandse onlusten waardoor de openbare orde wordt verstoord;
- —
in het geval van oorlog of ernstige internationale spanningen die oorlogsgevaar inhouden;
- —
om te voldoen aan internationale verplichtingen die een lidstaat is aangegaan voor het behoud van de vrede en de internationale veiligheid;
- —
ten behoeve van militaire operaties en trainingen, met inbegrip van de daarvoor benodigde oefeningsmogelijkheden.