Einde inhoudsopgave
Regeling havenstaatcontrole 2011
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2019
- Bronpublicatie:
12-07-2019, Stcrt. 2019, 39091 (uitgifte: 23-07-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/143431)
- Inwerkingtreding
21-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2019, Stcrt. 2019, 39091 (uitgifte: 23-07-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/143431)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport voeren inspecties dan wel controles uit van alle schepen van prioriteitsklasse I, te weten:
- a.
schepen met een hoog risicoprofiel, zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 10 van richtlijn 2009/16/EG, die in de laatste 6 maanden niet zijn geïnspecteerd in een haven binnen de Europese Unie of gebied dat onder het MOU valt;
- b.
schepen met een normaal risicoprofiel, zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 10 van richtlijn 2009/16/EG, die in de laatste 12 maanden niet zijn geïnspecteerd in een haven binnen de Europese Unie of gebied dat onder het MOU valt;
- c.
schepen met een laag risicoprofiel, zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 10 van richtlijn 2009/16/EG, die in de laatste 36 maanden niet zijn geïnspecteerd in een haven binnen de Europese Unie of gebied dat onder het MOU valt; en
- d.
schepen waarvoor dwingende factoren gelden als bedoeld in bijlage I, deel II, punt 2A, van richtlijn 2009/16/EG.
2.
De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport voeren voorts inspecties dan wel contoles[lees: controles] uit van schepen als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de wet.
3.
De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport voeren voorts inspecties uit als bedoeld in artikel 11a.
4.
Het is toegestaan inspecties als bedoeld in het derde lid uit te voeren buiten een haven of ankerplaats tijdens een geregelde dienst.