Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 1:86 [Schorsing uitoefening stemrechten]
Geldend
Geldend vanaf 11-08-2016
- Bronpublicatie:
15-07-2016, Stb. 2016, 297 (uitgifte: 10-08-2016, kamerstukken: 34455)
- Inwerkingtreding
11-08-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2016, Stb. 2016, 297 (uitgifte: 10-08-2016, kamerstukken: 34455)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Bij overtreding van van[lees: van] het gestelde in de artikelen 2:11, eerste lid, 3:5, eerste lid, 3:95, eerste lid, of 3:103, eerste lid, kan de toezichthouder of de Europese Centrale Bank, indien deze bevoegd is toezicht uit te oefenen op grond van de artikelen 4 en 6 van de verordening bankentoezicht besluiten tot schorsing van de uitoefening van de stemrechten die verbonden zijn aan de deelneming in de bank of beleggingsonderneming door aandeelhouders of vennoten die voor de overtreding verantwoordelijk zijn. Het besluit tot oplegging regelt de duur van de schorsing.