Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit fiscale eenheid
14.2 Boekjaarafsluiting bij toepassing artikel 41 Bfe 2003
Geldend
Geldend vanaf 26-04-2024
- Bronpublicatie:
02-04-2024, Stcrt. 2024, 11814 (uitgifte: 25-04-2024, regelingnummer: 2024-186206)
- Inwerkingtreding
26-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-04-2024, Stcrt. 2024, 11814 (uitgifte: 25-04-2024, regelingnummer: 2024-186206)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Als artikel 41 Bfe 2003 wordt toegepast en de aansluitende fiscale eenheid dezelfde (aangemerkte) moedermaatschappij heeft als de voorafgaande fiscale eenheid, acht ik het ongewenst dat maatschappijen van de voorafgaande fiscale eenheid die ook deel gaan uitmaken van de aansluitende fiscale eenheid hun boekjaar moeten afsluiten.
Voorbeeld
De in een EU-lidstaat gevestigde C CO houdt alle aandelen in A BV en in de eveneens in die EU-lidstaat gevestigde D CO. A BV houdt alle aandelen in B BV. A BV en B BV vormen een fiscale eenheid zonder topmaatschappij. Vervolgens draagt A BV de aandelen in B BV over aan D CO. Door de overdracht eindigt de fiscale eenheid. Direct aansluitend komt wederom een fiscale eenheid tot stand tussen A BV en B BV, waarbij C CO de topmaatschappij is, D CO een tussenmaatschappij en A BV de aangemerkte moedermaatschappij. Artikel 41 Bfe 2003 wordt toegepast.
Ik acht het ongewenst als in deze situatie een boekjaarafsluiting plaats moet vinden. Hetzelfde geldt in de omgekeerde situatie. Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat een boekjaarafsluiting achterwege blijft bij de overgang van een fiscale eenheid zonder topmaatschappij naar een fiscale eenheid met topmaatschappij of vice versa.
Voorwaarden
Ik stel hierbij de voorwaarden dat de voorafgaande en de aansluitende fiscale eenheid dezelfde (aangemerkte) moedermaatschappij hebben en dat de overgang plaatsvindt met toepassing van artikel 41 Bfe 2003.
Voor de volledigheid merk ik op dat als de oude fiscale eenheid meerdere dochtermaatschappijen heeft, er geen verplichting is dat alle dochtermaatschappijen onderdeel gaan uitmaken van de aansluitende fiscale eenheid. Voor de dochtermaatschappijen die geen onderdeel gaan uitmaken van de aansluitende fiscale eenheid, gelden uiteraard de reguliere wettelijke bepalingen bij het einde van de fiscale eenheid.