Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling GLB 2023
Artikel 4 Landbouwareaal
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
09-10-2023, Stcrt. 2023, 28459 (uitgifte: 17-10-2023, regelingnummer: WJZ/ 27399369)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2023, Stcrt. 2023, 28459 (uitgifte: 17-10-2023, regelingnummer: WJZ/ 27399369)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Voor de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden baseert de minister zich voor de grenzen van de referentiepercelen op het perceelsregister van RVO dat is gebaseerd op de objectgrenzen uit de Basisregistratie Grootschalige Topografie.
2.
Op de peildatum heeft de landbouwer het perceel landbouwgrond ter beschikking op grond van eigendom, pacht of onderpacht dan wel in gebruik met toestemming van de eigenaar of van de pachter die het perceel landbouwgrond met toestemming van de eigenaar heeft onderverpacht.
3.
Als landbouwareaal komt tevens in aanmerking boslandbouw op areaal dat in de periode tussen 2015 en 2022 werd aangemerkt als landbouwareaal.
4.
Als bouwland komt tevens in aanmerking een perceel met maximaal 100 bomen per hectare.
5.
Als blijvende teelt komt tevens in aanmerking:
- a.
een perceel boslandbouw als voedselbos met verschillende bomen en struiken waarvan de soorten binnen afzienbare termijn voor eetbare producten zorgen, onder de volgende voorwaarden:
- 1°
er mag een kruinlaag van hogere bomen staan die een ondersteunende functie voor de andere soorten heeft;
- 2°
er zijn minimaal drie verticale vegetatielagen;
- 3°
de kruinlaag en vegetatielagen mogen nog in ontwikkeling zijn;
- b.
arealen met jonge houtachtige planten in de open lucht, bestemd om later te worden verplant en kwekerijen van:
- 1°
wijnstokken en moederplanten;
- 2°
vruchtbomen en kleinfruitgewassen;
- 3°
siergewassen;
- 4°
voor de verkoop bestemde bosplanten, exclusief de in het bos gelegen bosboomkwekerijen voor de eigen behoefte van het bedrijf;
- 5°
bomen en heesters ter beplanting van tuinen, parken, straten en wegbermen, alsmede onderstammen en jonge zaailingen ervan;
- c.
kortlopend hakhout.
6.
Als blijvend grasland komt tevens in aanmerking:
- a.
mengsels van gras, niet zijnde riet, met een gewas uit de gewassenlijst ‘stikstofbindende gewassen’ als bedoeld in bijlage 1, waarbij het aandeel gras meer dan 50% is; en
- b.
areaal blijvend grasland met maximaal 100 bomen per hectare.
7.
Voor controle op de toestemming, bedoeld in het tweede lid, kan schriftelijk bewijs worden opgevraagd.