Einde inhoudsopgave
Bouwverordening 2007
Artikel 6.2.2 Opslag brandgevaarlijke stoffen
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2007
- Bronpublicatie:
12-07-2007, Internet 2007, www.nijkerk.org (uitgifte: 12-07-2007, regelingnummer: 2007-037)
- Inwerkingtreding
01-09-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2007, Internet 2007, www.nijkerk.org (uitgifte: 12-07-2007, regelingnummer: 2007-037)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Volkshuisvesting (bestuursrechtelijk) / Wonen
1.
In, op of nabij een bouwwerk is geen in bijlage 5 aangewezen brandgevaarlijke stof aanwezig.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing indien:
- a.
de in bijlage 5 aangegeven maximum hoeveelheid van de betreffende stoffen niet wordt overschreden, met dien verstande dat de totale toegestane hoeveelheid van de eerste zes rijen honderd kilogram of liter is,
- b.
de betreffende stof zodanig is verpakt
- —
dat de verpakking tegen normale behandeling bestand is, en
- —
— van de inhoud niets onvoorzien uit de verpakking kan ontsnappen, en
- —
de betreffende stof wordt gebruikt met inachtneming van de op de verpakking aangegeven gevaarsaanduiding (R- en S-zinnen).
3.
Het in het eerste lid gestelde is voorts niet van toepassing op:
- a.
de brandstof in het reservoir bij een verbandingsmotor;
- b.
de brandstof in een verlichtings-, een verwarmings- of een ander warmteontwikkelend toestel;
- c.
voor consumptie bestemde alcoholhoudende dranken, en
- d.
het aanwezig hebben van een grotere dan de in bijlage 5 aangegeven maximum hoeveelheid van de betreffende stof voor zover dat bij of krachtens de Wet Milieubeheer is toegestaan.
4.
Bij het bepalen van de hoeveelheden als bedoeld in het tweede lid onder a, worden volledig meegerekend de inhoudsmaten van vaatwerk dat gedeeltelijk is gevuld met een vloeistof die in bijlage 5 als brandgevaarlijk is aangemerkt.