Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag inzake het toezicht op voorwaardelijk veroordeelden of voorwaardelijk in vrijheid gestelden
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 22-08-1975
- Bronpublicatie:
30-11-1964, Trb. 1982, 53 (uitgifte: 14-05-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-08-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-1964, Trb. 1982, 53 (uitgifte: 14-05-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
Behoudens de bepalingen van het tweede lid van dit artikel is de vertaling van de verzoeken, de daarbij gevoegde stukken alsmede van alle andere documenten die betrekking hebben op de toepassing van dit Verdrag niet noodzakelijk.
2.
Elke Verdragsluitende Partij kan zich door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa gerichte kennisgeving ten tijde van de ondertekening of van de nederlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding of toetreding het recht voorbehouden te eisen dat haar de verzoeken en de daarbij gevoegde stukken worden toegezonden, vergezeld van hetzij een vertaling in haar eigen taal, hetzij in een der officiële talen van de Raad van Europa of in een van deze talen, door haar te noemen. De andere Verdragsluitende Partijen kunnen op wederkerigheid aanspraak maken.
3.
Dit artikel laat onverlet de bepalingen met betrekking tot de vertaling van verzoeken en van daarbij gevoegde stukken, vervat in reeds van kracht zijnde of nog te sluiten overeenkomsten of regelingen tussen twee of meer der Verdragsluitende Partijen.