Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Aanwijzing 5.12 Inrichting zelfstandig bestuursorgaan
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
De inrichting van het zelfstandig bestuursorgaan, alsmede de termijn waarvoor de leden van het zelfstandig bestuursorgaan worden benoemd, wordt in de instellingswet geregeld.
2.
Indien het zelfstandig bestuursorgaan wordt ingesteld omdat participatie van maatschappelijke organisaties in verband met de aard van de betrokken bestuurstaak bijzonder aangewezen moet worden geacht (artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen), wordt in de instellingswet bepaald dat personen afkomstig van maatschappelijke organisaties in het zelfstandig bestuursorgaan worden benoemd. Zo mogelijk wordt daarbij bepaald dat voor elk lid een plaatsvervangend lid wordt benoemd.
Officiële toelichting