Einde inhoudsopgave
Besluit bezoldiging politie
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2001. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2001
- Bronpublicatie:
11-12-2001, Stb. 2001, 659 (uitgifte: 21-12-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-12-2001, terugwerkend tot: 01-07-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2001, Stb. 2001, 659 (uitgifte: 21-12-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
Aan de ambtenaar die bij wijze van waarneming tijdelijk een functie uitoefent die bij toepassing van artikel 6, tweede lid, zou leiden tot een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, kan voor de duur van die waarneming een toelage worden toegekend. Onder waarneming wordt verstaan het krachtens een daartoe strekkende aanwijzing van het bevoegd gezag tijdelijk verrichten van een samenstel van werkzaamheden dat een andere functie vormt dan die van de ambtenaar zelf.
2.
De toelage wordt, tenzij bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, slechts toegekend wanneer de waarneming een tijdvak van ten minste dertig dagen heeft geduurd.
3.
Bij volledige waarneming van de functie, bedoeld in het eerste lid, is het bedrag van de toelage gelijk aan het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het salaris dat de ambtenaar zou genieten, wanneer de salarisschaal met het hogere maximumsalaris met ingang van de dag waarop de waarneming is begonnen, voor hem zou hebben gegolden. Onder volledige waarneming wordt verstaan een zodanige waarneming dat in plaats van de eigen functie het volledige samenstel van werkzaamheden van de waargenomen functie, met de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheden, wordt uitgeoefend.
4.
Voor de toepassing van het derde lid wordt onder salaris mede verstaan de toelagen, bedoeld in de artikelen 14, 15, 18 en 20.
5.
Bij niet volledige waarneming wordt de toelage, afhankelijk van de mate van onvolledigheid van de waarneming, vastgesteld op 50% of 75% van de toelage bij volledige waarneming.
6.
De ambtenaar voor wie het een onderdeel is van de eigen functie om als plaatsvervanger op te treden van degene wiens functie moet worden waargenomen, komt bij niet volledige waarneming van die functie niet in aanmerking voor een toelage.