Einde inhoudsopgave
Besluit bezoldiging politie
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
13-12-2019, Stb. 2019, 495 (uitgifte: 20-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2019, Stb. 2019, 495 (uitgifte: 20-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
1.
De ambtenaar van wie de bezoldiging voldoet aan de volgende voorwaarden, wordt een aflopende toelage toegekend:
- a.
de bezoldiging van de betreffende ambtenaar heeft als gevolg van het beëindigen of verminderen van de operationele toelage een blijvende of tijdelijke verlaging ondergaan;
- b.
het gemiddelde bedrag dat de ambtenaar aan operationele toelage heeft genoten in de 13 perioden van vier weken voorafgaande aan de verlaging bedraagt ten minste 3% van het salaris van de ambtenaar in de nieuwe situatie op het moment dat de verlaging ingaat;
- c.
de ambtenaar heeft, tenzij sprake is van een tijdelijke verlaging van de bezoldiging als bedoeld onder a, direct voorafgaande aan het tijdstip van de beëindiging of de vermindering de operationele toelage gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking genoten; en
- d.
het beëindigen of verminderen van de operationele toelage, bedoeld onder a, is veroorzaakt buiten toedoen van de betrokken ambtenaar zelf, tenzij de vermindering het gevolg is van een verplaatsing of wijziging van de plaats van tewerkstelling op eigen verzoek, dan wel een aanstelling in een andere functie op eigen verzoek.
2.
In afwijking van het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het beëindigen of verminderen van de operationele toelage, bedoeld in artikel 14, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, mits de ambtenaar eerstbedoelde toelage direct voorafgaande aan het tijdstip van deze beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten en mits wordt voldaan aan de in het eerste lid onder b en d genoemde voorwaarden.
3.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage na een blijvende verlaging van de bezoldiging gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar bereikt en onmiddellijk vóór de aanvang van die toelage gedurende tenminste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking de operationele toelage, bedoeld in artikel 14 heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het tweede lid.
4.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.
5.
Voor de ambtenaar die is aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie en geen door het bevoegd gezag aangewezen functie vervult als bedoeld in artikel 10, derde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, wordt in het tweede en derde lid van dit artikel in plaats van ‘55 jaar’ telkens gelezen: 60 jaar.
6.
Onze Minister stelt nadere regels vast over de berekeningswijze van de toelage en over de gevallen waarin sprake is van een blijvende of tijdelijke verlaging van de bezoldiging als bedoeld in het eerste lid.
7.
Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op de ambtenaar met een functie waarvoor salarisschaal 15 of hoger geldt.