Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
Artikel 52
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
20-06-2002, Stb. 2002, 314 (uitgifte: 27-06-2002, kamerstukken: 28098)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2002, Stb. 2002, 315 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor zover het verzoek van het Strafhof om samenwerking strekt tot:
- a.
onderzoek van telecommunicatie,
- b.
stelselmatige observatie van personen,
- c.
infiltratie,
- d.
pseudo-koop of -dienstverlening,
- e.
het stelselmatig inwinnen van informatie omtrent de persoon tegen wie een onderzoek loopt,
- f.
het heimelijk betreden van een besloten plaats,
- g.
het opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel,
- h.
een verkennend onderzoek,
kan de officier van justitie de hem in de titels IVa, V, Va en Vc van het Eerste Boek van het Wetboek van Strafvordering met het oog daarop toegekende bevoegdheden uitoefenen. Voor zover het verzoek daartoe strekt, kan eveneens toepassing worden gegeven aan artikel 126ff van het Wetboek van Strafvordering.
2.
Ter voldoening aan een verzoek van het Strafhof om samenwerking kan geen gebruik van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden worden gemaakt en kan aan artikel 126ff van het Wetboek van Strafvordering geen toepassing worden gegeven, anders dan overeenkomstig het eerste lid.
3.
Processen-verbaal en andere voorwerpen, verkregen door toepassing van een van de bevoegdheden tot het onderzoeken van telecommunicatie of het opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel, kunnen worden afgegeven aan het Strafhof voor zover de rechtbank daartoe verlof verleent. De artikelen 21 tot en met 25 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.
4.
De artikelen 126aa, tweede lid, alsmede 126bb tot en met 126dd van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 126cc is slechts van toepassing voor zover de betreffende processen-verbaal en andere voorwerpen niet aan het Strafhof zijn afgegeven. De officier van justitie draagt er zorg voor dat een betrokkene de processen-verbaal en andere voorwerpen die op hem betrekking hebben, op enig moment kan inzien.