Verordening (EU) Nr. 1092/2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2019
- Bronpublicatie:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2176)
- Inwerkingtreding
30-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2176)
- Vakgebied(en)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a)
‘financiële instelling’: een onderneming vallend onder het toepassingsgebied van de wetgeving als bedoeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1093/2010, Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010, alsook elke andere onderneming of entiteit in de Unie met een soortgelijke hoofdactiviteit;
- b)
‘financieel stelsel’: alle financiële instellingen, markten, producten en de marktinfrastructuren;
- c)
‘systeemrisico’: een risico op verstoring van het financiële stelsel met mogelijk ernstige negatieve gevolgen voor de reële economie van de Unie of van één of meer van haar lidstaten, en voor de werking van de interne markt. Alle soorten financiële intermediairs, markten en infrastructuur kunnen tot op zekere hoogte systeemrelevant zijn.