Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie
Artikel 1 Oprichting en werkterrein
Geldend
Geldend vanaf 26-06-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-07-2025.
- Bronpublicatie:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1620 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1620)
- Inwerkingtreding
26-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1620 (uitgifte: 19-06-2024, regelingnummer: 2024/1620)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Bij deze verordening wordt een Europese toezichthoudende autoriteit (de Europese Autoriteit voor effecten en markten (hierna ‘de Autoriteit’) opgericht.
2.
De Autoriteit handelt overeenkomstig de haar bij deze verordening toegekende bevoegdheden en binnen het toepassingsgebied van de Richtlijnen 97/9/EG, 98/26/EG, 2001/34/EG, 2002/47/EG, 2004/109/EG en 2009/65/EG, Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (1), Verordening (EG) nr. 1060/2009 en Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (2), Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad (3) en Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad (4), en voor zover die handelingen van toepassing zijn op ondernemingen die beleggingsdiensten verrichten, op instellingen voor collectieve beleggingen die hun rechten van deelneming of aandelen aanbieden, op uitgevers of aanbieders van cryptoactiva, op personen die om toelating tot de handel in cryptoactiva verzoeken of op aanbieders van cryptoactivadiensten, en op de bevoegde autoriteiten die toezicht op hen uitoefenen, binnen het toepassingsgebied van de relevante onderdelen van Richtlijnen 2002/87/EG en 2002/65/EG, met inbegrip van alle op die handelingen gebaseerde richtlijnen, verordeningen en besluiten, en alle andere juridisch bindende Uniehandelingen waarmee taken aan de Autoriteit worden opgedragen.
3.
De Autoriteit handelt op het werkterrein van financiëlemarktdeelnemers wat betreft onderwerpen die niet rechtstreeks onder de in lid 2 bedoelde wetgevingshandelingen vallen, onder meer op het vlak van governance, auditing en financiële verslaglegging, rekening houdend met duurzame bedrijfsmodellen en de integratie van ecologische, sociale en governancegerelateerde factoren, op voorwaarde dat dergelijk optreden nodig is om de effectieve en consistente toepassing van deze handelingen te waarborgen. De Autoriteit neemt ook gepaste maatregelen op het vlak van overnamebiedingen, clearing en afwikkeling en derivaten.
3 bis.
Deze verordening is van toepassing onverminderd andere Uniehandelingen waarmee de taken van vergunningverlening of toezicht en de daarbij behorende bevoegdheden aan de Autoriteit worden toevertrouwd.
4.
De bepalingen van deze verordening doen geen afbreuk aan de bevoegdheden van de Commissie, in het bijzonder op grond van artikel 258 VWEU, om de naleving van het Unierecht te verzekeren.
5.
De doelstelling van de Autoriteit is de collectieve belangen te beschermen door bij te dragen aan de stabiliteit en doeltreffendheid van het financiële stelsel op de korte, middellange en lange termijn, in het belang van de economie, de burgers en het bedrijfsleven van de Unie. De Autoriteit draagt, met inachtneming van haar respectieve bevoegdheden, bij tot:
- a)
de verbetering van de werking van de interne markt, daaronder begrepen met name een solide, effectief en consistent niveau van regulering en toezicht,
- b)
het verzekeren van de integriteit, transparantie, efficiëntie en ordelijke werking van de financiële markten,
- c)
de versterking van de internationale coördinatie van het toezicht,
- d)
het voorkomen van reguleringsarbitrage en het bevorderen van gelijke concurrentievoorwaarden,
- e)
het waarborgen van passende regulering en passend toezicht met betrekking tot het nemen van beleggingsrisico's en andere risico's,
- f)
het verbeteren van de bescherming van cliënten en beleggers,
- g)
het bevorderen van meer convergentie op het gebied van toezicht op de interne markt.
Te dien einde draagt de Autoriteit bij aan het verzekeren van de consistente, efficiënte en effectieve toepassing van de in lid 2 van dit artikel genoemde handelingen, bevordert zij de convergentie op het gebied van het toezicht en verstrekt zij adviezen aan het Europees Parlement, aan de Raad en aan de Commissie in overeenstemming met artikel 16 bis.
Bij de uitoefening van de taken die haar bij deze verordening worden toevertrouwd besteedt de Autoriteit bijzondere aandacht aan systeemrisico's die veroorzaakt worden door financiëlemarktdeelnemers waarvan de insolventie de werking van het financiële stelsel of de reële economie kan aantasten.
Bij de uitvoering van haar taken handelt de Autoriteit onafhankelijk, objectief en op niet-discriminerende en transparante wijze in het belang van de Unie als geheel, en eerbiedigt zij, waar relevant, het evenredigheidsbeginsel. De Autoriteit legt verantwoording af en handelt integer en zorgt ervoor dat alle belanghebbenden billijk worden behandeld.
De inhoud en vorm van de acties en maatregelen van de Autoriteit, met name richtsnoeren, aanbevelingen, adviezen, vragen en antwoorden, ontwerpen van reguleringsnormen en ontwerpen van uitvoeringsnormen nemen de toepasselijke bepalingen van deze verordening en van de in lid 2 genoemde wetgevingshandelingen volledig in acht. Voor zover toegestaan en relevant op grond van die bepalingen, houden de acties en maatregelen van de Autoriteit, overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, terdege rekening met de aard, de omvang en de complexiteit van de risico's die inherent zijn aan de activiteiten van een financiëlemarktdeelnemer, een onderneming, een andere partij of een financiële activiteit, die door de acties en maatregelen van de Autoriteit worden geraakt.
6.
De Autoriteit stelt, als een integrerend onderdeel van de Autoriteit, een commissie in die haar adviseert over de vraag hoe, met volledige inachtneming van de toepasselijke voorschriften, in haar activiteiten en maatregelen rekening moet worden gehouden met specifieke verschillen die in de sector bestaan met betrekking tot de aard, omvang en complexiteit van de risico's, de bedrijfsmodellen en praktijken, alsook de grootte van financiële instellingen en van markten voor zover dergelijke factoren op grond van de betrokken voorschriften relevant zijn.
Voetnoten
Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).
Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12).
Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten, en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 40).