Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 13.1a (heffen van rechten gemeente, waterschap en provincie)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
10-06-2020, Stb. 2020, 262 jo Stb. 2020, 211 (uitgifte: 26-06-2020, kamerstukken: 35395)
01-07-2020, Stb. 2020, 262 jo Stb. 2020, 211 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Een gemeente, waterschap of provincie kan rechten heffen voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning, wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning of intrekking van een omgevingsvergunning. Een provincie kan ook rechten heffen voor het in behandeling nemen van een verzoek om tegemoetkoming in schade aangericht door in het wild levende dieren als bedoeld in artikel 15.53.
2.
Als rechten door een bestuursorgaan van de gemeente worden geheven:
- a.
is hoofdstuk XV, paragrafen 1 en 4, van de Gemeentewet van toepassing, met dien verstande dat de rechten worden aangemerkt als gemeentelijke belastingen, en
- b.
is artikel 229b van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
3.
Als rechten door een bestuursorgaan van het waterschap worden geheven:
- a.
zijn de artikelen 110, 111 en 115a en hoofdstuk XVIII van de Waterschapswet van toepassing, met dien verstande dat de rechten worden aangemerkt als waterschapsbelastingen, en
- b.
is artikel 115, derde lid, van de Waterschapswet van overeenkomstige toepassing.
4.
Als rechten door een bestuursorgaan van de provincie worden geheven:
- a.
is hoofdstuk XV, paragrafen 1 en 3, van de Provinciewet van toepassing, met dien verstande dat de rechten worden aangemerkt als provinciale belastingen, en
- b.
is artikel 225 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing.