Einde inhoudsopgave
Wet personenvervoer 2000
Artikel 61
Geldend
Geldend vanaf 07-03-2019
- Bronpublicatie:
30-01-2019, Stb. 2019, 61 (uitgifte: 18-02-2019, kamerstukken: 34914)
- Inwerkingtreding
07-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2019, Stb. 2019, 103 (uitgifte: 06-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Concessies voor openbaar vervoer worden slechts verleend nadat daartoe een aanbesteding is gehouden, tenzij artikel 63a of artikel 64, eerste lid, van toepassing is.
2.
In bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen kan het eerste lid buiten toepassing worden gelaten voor de verlening van een concessie voor regionaal openbaar vervoer per trein als bedoeld in artikel 20, vierde lid.
3.
Indien het openbaar vervoer uitvalt of dreigt uit te vallen kan, in afwijking van het eerste lid, een aanbesteding van dat openbaar vervoer achterwege blijven. Artikel 5, vijfde lid, van verordening (EG) 1370/2007 is van toepassing.
4.
In afwijking van het eerste lid kan een concessie voor openbaar vervoer worden verleend zonder dat daartoe een aanbesteding is gehouden, indien die concessie voldoet aan een van de kenmerken, bedoeld in artikel 5, vierde lid, van verordening (EG) 1370/2007.