Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 95 Bevoegdheid tot waardeoverdracht aan een andere instelling
Geldend
Geldend van 01-03-2018 tot 01-01-2025. Let op: wordt geraakt door terugwerkende kracht
- Bronpublicatie:
13-12-2017, Stb. 2017, 505 (uitgifte: 22-12-2017, kamerstukken: 34765)
- Inwerkingtreding
01-03-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2018, Stb. 2018, 27 (uitgifte: 16-02-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie:
Artikel 95 Bevoegdheid tot waardeoverdracht aan een andere instelling (01-01-2025 tot ---)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
De pensioenuitvoerder die een verzoek tot waardeoverdracht ontvangt van een gewezen deelnemer waarbij beoogd wordt de waarde over te dragen aan een buitenlandse instelling, meldt dit aan de toezichthouder.
2.
Waardeoverdracht aan een buitenlandse instelling is alleen mogelijk wanneer ten genoegen van de toezichthouder wordt aangetoond dat:
- a.
voldaan wordt aan de in artikel 82, eerste lid, genoemde voorwaarden;
- b.
de in artikel 83 bedoelde omstandigheden op de overdragende pensioenuitvoerder niet van toepassing zijn;
- c.
de buitenlandse instelling de pensioenregeling uitvoert waaraan de beroepsgenoot deelneemt;
- d.
de buitenlandse instelling in het land van vestiging is onderworpen aan een vorm van overheidstoezicht;
- e.
de vermogens van de instelling en de werkgever juridisch zijn gescheiden door het bestaan van een aparte juridische entiteit van de instelling, door een speciale preferentieregeling ten gunste van pensioengerechtigden of anderszins;
- f.
de mogelijkheden tot afkoop van de overgedragen pensioenaanspraken na de waardeoverdracht niet ruimer zijn dan op basis van deze wet; en
- g.
de tot verevening gerechtigde echtgenoot, bedoeld in artikel 2 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding, met de waardeoverdracht instemt.