Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 81a Recht op waardeoverdracht klein ouderdomspensioen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
28-09-2022, Stb. 2022, 387 (uitgifte: 11-10-2022, kamerstukken: 36004)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2022, Stb. 2022, 467 jo Stb. 2022, 497 (uitgifte: 09-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-11-2022, Stb. 2022, 467 jo Stb. 2022, 497 (uitgifte: 24-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
De pensioenuitvoerder heeft het recht om na beëindiging van de deelneming de overdrachtswaarde van de pensioenaanspraken van een gewezen deelnemer over te dragen indien:
- a.
op basis van de opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen de uitkering van het ouderdomspensioen op jaarbasis op de reguliere ingangsdatum minder zal bedragen dan het op basis van artikel 78 bepaalde bedrag;
- b.
de pensioenuitvoerder bij de toepassing van dit lid niet een lager maximum hanteert dan het in onderdeel a bedoelde bedrag;
- c.
de opgebouwde aanspraak geen nettopensioen betreft; en
- d.
de waardeoverdracht ertoe strekt het de gewezen deelnemer mogelijk te maken pensioenaanspraken te verwerven bij de ontvangende pensioenuitvoerder van de nieuwe beroepspensioenregeling of de werkgever.
2.
Onverminderd het eerste lid, heeft de pensioenuitvoerder het recht de overdrachtswaarde van de pensioenaanspraken van de aanspraakgerechtigde over te dragen indien:
- a.
er geen sprake meer is van verwerving van pensioenaanspraken bij de pensioenuitvoerder;
- b.
wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c;
- c.
de waardeoverdracht ertoe strekt pensioenaanspraken te verwerven bij de ontvangende pensioenuitvoerder waarbij de aanspraakgerechtigde als deelnemer pensioen verwerft; en
- d.
er geen sprake is van een pensioenaanspraak bij een verzekeraar in de vorm van een vastgestelde uitkering vanaf de pensioendatum.
3.
De ontvangende pensioenuitvoerder is verplicht de overdrachtswaarde aan te wenden ter verwerving van pensioenaanspraken voor de deelnemer.
4.
De ontvangende pensioenuitvoerder waarborgt dat de actuariële waarde van de door de deelnemer te verwerven pensioenaanspraken ten minste gelijk is aan de op dezelfde grondslagen berekende waarde van de over te dragen pensioenaanspraken.
5.
De overdragende en ontvangende pensioenuitvoerder brengen in het kader van de waardeoverdracht geen kosten in rekening bij de gewezen deelnemer.
6.
Elk beding strijdig met dit artikel is nietig.
7.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over dit artikel onder meer over de berekening van de overdrachtswaarde.