Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 168 bis
Geldend
Geldend vanaf 15-01-2010
- Bronpublicatie:
22-12-2009, PbEU 2010, L 10 (uitgifte: 15-01-2010, regelingnummer: 2009/162/EU)
- Inwerkingtreding
15-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2009, PbEU 2010, L 10 (uitgifte: 15-01-2010, regelingnummer: 2009/162/EU)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht (V)
1.
Indien een onroerend goed deel uitmaakt van het vermogen van het bedrijf van een belastingplichtige en door de belastingplichtige zowel voor de activiteiten van het bedrijf als voor zijn privégebruik of voor het privégebruik van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt, is de btw over de uitgaven in verband met dit onroerend goed slechts aftrekbaar, overeenkomstig de in de artikelen 167, 168, 169 en 173 vervatte beginselen, naar evenredigheid van het gebruik ervan voor de bedrijfsactiviteiten van de belastingplichtige.
In afwijking van artikel 26 wordt met veranderingen in het in de eerste alinea bedoelde proportionele gebruik van een onroerend goed rekening gehouden overeenkomstig de in de artikelen 184 tot en met 192 neergelegde beginselen, als toegepast door de lidstaat in kwestie.
2.
De lidstaten kunnen lid 1 ook toepassen met betrekking tot de btw op uitgaven in verband met andere door hen gespecificeerde goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen.