FED 1998/813
HR, 02-12-1998, nr. 31 909
HR 02-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2605
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 1998
- Zaaknummer
31 909
- LJN
AA2605
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2605, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑1998
- Wetingang
Art. 35 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, was in 1991 als directeur in dienstbetrekking bij A BV. X was tevens aandeelhouder van A BV. In geschil is of X ter zake van de kwijtschelding van het restant van een door hem aan A BV verstrekte lening, bij welke gelegenheid X ook zijn aandelen in A BV verkocht, enig bedrag op zijn inkomsten uit arbeid in mindering komt.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Uit 's hofs vaststelling dat X de lening destijds heeft verstrekt uit hoofde van zijn aandeelhoudersrelatie met A BV, volgt niet dat latere kwijtschelding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.