FED 2003/78
Raffinaderijcomplex. Feitelijk gebruik parkeerterreinen. Objectafbakening. Herstel onjuiste afbakening als gevolg van onterecht in samenstel betrekken van ruimten in gebruik bij derden. Bedrijfswaarde. Werktuigenvrijstelling en Rotterdams Convenant
HR 27-09-2002, AE8146 (Conclusie), m.nt. J.A. Monsma (Raffinaderijarresten,Raffinaderijenarresten,Raffinaderij-arresten)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 september 2002
- Magistraten
Korthals Altes; Monné; Amersfoort, van; Berge, van den; Leemreis
- Zaaknummer
34927
- Noot
J.A. Monsma
- LJN
AE8146
- Roepnaam
Raffinaderijarresten
Raffinaderijenarresten
Raffinaderij-arresten
- JCDI
JCDI:ADS234465:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE8146, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑09‑2002
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2002
- Wetingang
Art. 273 Gemeentewet (oud)
Essentie
Raffinaderijcomplex. Feitelijk gebruik parkeerterreinen. Objectafbakening. Herstel onjuiste afbakening als gevolg van onterecht in samenstel betrekken van ruimten in gebruik bij derden. Bedrijfswaarde. Werktuigenvrijstelling en Rotterdams Convenant
Samenvatting
Belanghebbende exploiteert op 1 januari 1988 een raffinaderij op een terrein te Z. Op het terrein bevindt zich voorts een petrochemisch fabriekscomplex, dat wordt geëxploiteerd door X BV. De raffinaderij en het petrochemische complex zijn geheel met elkaar verweven. Een deel van het terrein dient tot parkeerterrein. Een ander deel van het terrein wordt door de huurster, D BV, onderverhuurd aan derden.
De parkeerterreinen behoren naar maatschappelijke opvattingen tot het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.