FED 2001/89
HR, 24-01-2001, nr. 35428
HR 24-01-2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9619
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2001
- Zaaknummer
35428
- LJN
AA9619
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AA9619, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2001
- Wetingang
Art. 5, zevende lid en 35 Wet IB 1964; art. 17 Wet ARB
Uitspraak
Vormen beloningen aan echtgenote voor ondersteunende diensten aftrekbare kosten? Wederzijdse hulp en bijstand. Motiveringsgebrek.
Belanghebbende, X, burgemeester, heeft 19 uit dat ambt voortvloeiende onbezoldigde nevenfuncties. In geschil is of de door X aan zijn echtgenote voor diverse ondersteunende werkzaamheden betaalde beloningen op grond van art. 5, zevende lid, Wet IB 1964 bij de echtgenote in aanmerking kunnen worden genomen en bij X in mindering op zijn inkomsten kunnen komen.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Zonder nadere motivering, die ontbreekt, valt niet in te zien dat voor de beantwoording van de vraag of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.