V-N 2003/52.11
INKOMSTENBELASTING. INVORDERING. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT. ALGEMEEN Conserverende aanslag niet strijdig met BRK, EVRM en IVBPR
HR 24-10-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7557, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 oktober 2003
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37 565
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AF7557
- JCDI
JCDI:ADS660439:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7557, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑10‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7557, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑2003
- Wetingang
Art. 20a Wet IB 1964; art. 25, zesde lid, en 26, tweede lid, Invorderingswet 1990; art. 12 BRK; art. 2, tweede lid, vierde Protocol EVRM; art. 12, vierde lid, IVBPR; art. 8:73 en 8:75 Awb
Essentie
INKOMSTENBELASTING. INVORDERING. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT. ALGEMEEN Conserverende aanslag niet strijdig met BRK, EVRM en IVBPR
Samenvatting
X houdt alle aandelen in E BV. E BV keert eind 1997 een dividend van f 1 100 000 (€ 499 158) en houdt dividendbelasting in. Kort daarna emigreert X naar Curaçao. In de aanslag begrijpt de inspecteur het dividend en een fictief vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang van f 3 457 984 (€ 1 569 165). Verder wordt rekening gehouden met verrekenbare verliezen van f 1 128 703 (€ 512 183). De dividendbelasting wordt verrekend. X verzoekt de ontvanger uitstel van betaling te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.