FED 1985/251
Men is belastingplichtig zodra de eerste investeringsuitgaven worden gedaan ten behoeve en ter verwezenlijking van een onderneming. Daarvan is onder meer sprake als men een vordering tot levering van een toekomstig appartementsrecht in een nog te stichten gebouw verwerft, met het oogmerk het gekochte te zijner tijd te verhuren. De belastingdienst kan verlangen dat de desbetreffende wilsverklaring van de betrokkene wordt ondersteund door objectieve gegevens, zoals - in geval van verwerving van een gebouw - de omstandigheid dat de ontworpen ruimtes zich specifiek lenen voor commerciele exploitaties.
HvJ EG 14-02-1985, ECLI:EU:C:1985:74, m.nt. D.B. Bijl (Rompelman)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
14 februari 1985
- Magistraten
Due; Pescatore; Bahlmann; Gordon Slynn
- Zaaknummer
268/83
- Noot
D.B. Bijl
- LJN
AS0741
- Roepnaam
Rompelman
- JCDI
JCDI:ADS204204:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1985:74, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑02‑1985
- Wetingang
Art. 4 Zesde EG-Richtlijn inzake omzetbelasting, art. 7 Wet OB 1968
Essentie
Men is belastingplichtig zodra de eerste investeringsuitgaven worden gedaan ten behoeve en ter verwezenlijking van een onderneming. Daarvan is onder meer sprake als men een vordering tot levering van een toekomstig appartementsrecht in een nog te stichten gebouw verwerft, met het oogmerk het gekochte te zijner tijd te verhuren. De belastingdienst kan verlangen dat de desbetreffende wilsverklaring van de betrokkene wordt ondersteund door objectieve gegevens, zoals - in geval van verwerving van een gebouw - de omstandigheid dat de ontworpen ruimtes zich specifiek lenen voor commerciele exploitaties.
Uitspraak
In rechte:
1. Bij arrest van 30 november 1983, ingekomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.