WFR 1997/1099
HR, 22-07-1997, nr. 31 260
HR 22-07-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2258
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juli 1997
- Zaaknummer
31 260
- LJN
AA2258
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2258, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑07‑1997
- Wetingang
Uitspraak
Belanghebbende, X, was in 1990 met zijn broer, D, ieder voor 50%, aandeelhouder van E BV en F BV, welke vennootschappen vermogen beleggen. Het nominaal geplaatste kapitaal van E BV bedroeg f 40 000, haar winstreserve ± f 16 mio. Het nominaal geplaatste kapitaal van F BV bedroeg f 90 000, haar winstreserve ± f 4 mio. Op 13 november 1990 plaatste E BV bij F BV nominaal f 9000 nieuwe aandelen. De (zakelijke) prijs voor deze aandelen bedroeg f 4 162 500, zodat bij E BV f 4 153 500 aan agio werd gestort. Voor deze storting wendde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.